Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
3.Het geschil
4.De beoordeling
4.De beslissing
echtscheidinguit tussen partijen, gehuwd te [plaats] op [datum] 2010;
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een vrouw en een man, die beiden de Nederlandse en Marokkaanse nationaliteit bezitten. De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen vastgesteld bij de vrouw. Tevens is er een zorgregeling vastgesteld waarbij de man de kinderen eenmaal per veertien dagen bij zich heeft. De rechtbank heeft de hoogte van de kinderbijdrage vastgesteld op € 25,- per kind per maand, rekening houdend met de financiële situatie van de man, die onder bewind staat en een beperkte draagkracht heeft. De vrouw, die een WIA-uitkering ontvangt, heeft geen draagkracht om bij te dragen aan de kosten van de kinderen. De rechtbank heeft ook de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap behandeld, waarbij de inboedel aan de vrouw is toegedeeld en de auto en bankrekeningen aan de man. De rechtbank heeft de nevenvoorzieningen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte afgewezen.