ECLI:NL:RBAMS:2017:2575

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 april 2017
Publicatiedatum
19 april 2017
Zaaknummer
AWB - 16 _ 3334
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. G.J. Mulder, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door mr. E.T. ‘t Jong. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening voor gespecialiseerde ambulante ondersteuning, welke door verweerder op 17 november 2015 werd afgewezen. Dit besluit werd in een daaropvolgend bezwaar op 3 mei 2016 gehandhaafd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat zij wel degelijk aan de voorwaarden voor de maatwerkvoorziening voldoet, en dat er sprake is van meervoudige complexiteit door haar medische klachten en beperkte beheersing van de Nederlandse taal.

De rechtbank heeft het procesverloop en de medische situatie van eiseres in overweging genomen. Eiseres, die bekend is met gonartrose en andere medische klachten, stelde dat zij afhankelijk is van haar zoon voor ondersteuning. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder de aanvraag op basis van het advies van het Indicatieadviesbureau Amsterdam (IAB) heeft afgewezen, omdat er voorliggende voorzieningen beschikbaar zijn die de ondersteuningsvraag kunnen oplossen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een hoog risico of complexe problematiek die specialistische inzet vereiste.

Na het horen van de partijen en het inwinnen van aanvullende informatie, concludeerde de rechtbank dat het bestreden besluit zorgvuldig was genomen en dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor de gevraagde maatwerkvoorziening. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 16/3334

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2017 in de zaak tussen

[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. G.J. Mulder),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,verweerder
(gemachtigde: mr. E.T. ‘t Jong).

Procesverloop

In het besluit van 17 november 2015 (het primaire besluit) heeft verweerder op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 bepaald dat eiseres niet in aanmerking komt voor de maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning.
In het besluit van 3 mei 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 december 2016. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam] . Ook was ter zitting aanwezig [naam] , de zoon van eiseres. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting geschorst en het vooronderzoek heropend om verweerder in de gelegenheid te stellen de onderliggende medische stukken van eiseres op te vragen, het verslag van de hoorzitting toe te sturen en de door eiseres ingediende verklaring van haar huisarts van 29 juni 2016 te laten beoordelen door het Indicatieadviesbureau Amsterdam (hierna: het IAB).
De rechtbank heeft de gevraagde stukken en de nadere reactie van het IAB ontvangen. Eiseres heeft binnen de daartoe gestelde termijn hierop gereageerd.
Op 5 april 2017 heeft de rechtbank de zaak nader op zitting behandeld. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. De zoon van eiseres was tevens ter zitting aanwezig. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten.

Overwegingen

1.1
Eiseres is een [leeftijd] vrouw die bekend is met gonartrose aan beide knieën en klachten van hoofdpijn, duizeligheid en gestoorde bloedsuikerwaarden. Zij is recentelijk van [plaatsnaam] naar [woonplaats] verhuisd en stelt als gevolg van haar medische klachten in het dagelijks leven afhankelijk te zijn van haar zoon. Op 15 september 2015 heeft eiseres de maatwerkvoorziening ambulante ondersteuning (met licht intensieve ondersteuning) aangevraagd.
1.2
Met het primaire besluit, gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen. Verweerder heeft het advies van de MO-zaak, thans het IAB, van 7 oktober 2015 hieraan ten grondslag gelegd en vastgesteld dat er voorliggende voorzieningen aanwezig zijn die de ondersteuningsaanvraag voldoende kunnen oplossen. Daarnaast voldoet eiseres niet aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze maatwerkvoorziening. Er is volgens verweerder geen sprake van een hoog risico voor eiseres zelf of haar omgeving. Evenmin is sprake van een complexe problematiek omdat er sprake is van een somatische aandoening. Tot slot is geen specialistische inzet of kennis nodig bij de ondersteuningsactiviteiten en ziet verweerder geen aanleiding om op basis van de hardheidsclausule een uitzondering te maken.
2. Tegen het bestreden besluit heeft eiseres beroep ingesteld. In beroep heeft eiseres aangevoerd dat verweerder haar aanvraag om in aanmerking te komen voor de maatwerkvoorziening ten onrechte heeft afgewezen, omdat zij wel aan de voorwaarden voldoet. De medisch objectiveerbare klachten in combinatie met de beperkte beheersing van de Nederlandse taal, maakt dat sprake is van meervoudige complexiteit. Het lag volgens eiseres gelet op de beslissing van de rechtbank van 14 december 2016 op de weg van verweerder om nader onderzoek te doen naar haar psychische situatie. De ondersteuning die eiseres nodig heeft overstijgt de gebruikelijke hulp en van haar zoon kan niet worden verwacht dat hij dat bij wijze van mantelzorg verleend, aldus eiseres.
3.1
Specialistische ambulante ondersteuning is een maatwerkvoorziening als bedoeld in artikel 4.1 in samenhang met artikel 4.3 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 (Verordening). In paragraaf 4.3 van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2015 (Nadere regels) is de gespecialiseerde ambulante ondersteuning nader beschreven.
3.2
Op grond van paragraaf 4.3 van de Nadere regels is gespecialiseerde ambulante ondersteuning het inzetten van specialistische kennis, vaardigheden en deskundigheid die bij Amsterdammers met een vraag op het gebied van maatschappelijke zelfredzaamheid wordt geboden om achteruitgang te voorkomen, het behoud van zelfredzaamheid te bevorderen en te ontwikkelen en overbelasting van mantelzorgers te voorkomen. Verder volgt uit deze paragraaf dat als de ondersteuningsvraag op het gebied van zelfredzaamheid en participatie niet met voorliggende voorzieningen op te lossen is, eerst wordt gekeken of een basis- of algemene voorziening van algemene ambulante ondersteuning een oplossing biedt. Een aanvraag voor gespecialiseerder ambulante ondersteuning kan gedaan worden als alle andere oplossingen niet toereikend zijn en er een ondersteuningsplan is opgesteld. Ook bij de beoordeling van deze aanvraag blijft het versterken van de eigen kracht en het inzetten van voorliggende oplossingen het uitgangspunt.
3.3
Op grond van artikel 4.3 van de Verordening in samenhang met paragraaf 4.3 van de Nadere regels komt een Amsterdammer voor gespecialiseerde ambulante ondersteuning in aanmerking als er sprake is van meervoudige complexiteit en/of een hoog risico voor de Amsterdammer zelf of zijn omgeving waardoor toezicht nodig is en/of er sprake is van complexe communicatie. Om de ondersteuning te bieden zijn specialistische kennis, vaardigheden en deskundigheid nodig.
4.1
De rechtbank overweegt dat het bestreden besluit is gebaseerd op het advies van de MO-zaak. Uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) volgt dat een besluit dat berust op het advies van een medisch adviseur, zodanig inzichtelijk gemotiveerd dient te zijn dat de belanghebbende zich daartegen gericht teweer kan stellen. Dit betekent dat duidelijk moet zijn op grond van welke vormen van onderzoek en op basis van welke gegevens de adviseur tot zijn bevindingen is gekomen (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 25 juli 2007, ECLI:NL:CRVB:BB0694). Als hieraan is voldaan, dan mag verweerder in beginsel van een deskundigenadvies van de MO-zaak uitgaan.
4.2
Naar het oordeel van de rechtbank is het advies van de MO-zaak van 7 oktober 2015 zorgvuldig tot stand gekomen. Niet is gebleken dat het advies onjuiste feiten bevat wat betreft de medische situatie van eiseres. Evenmin is gebleken dat niet alle voorhanden zijnde informatie bij de beoordeling is betrokken. Onder verwijzing naar dit advies heeft verweerder in het bestreden besluit deugdelijk gemotiveerd en ter zitting nader toegelicht waarom eiseres niet aan de voorwaarden voldoet om voor de maatwerkvoorziening gespecialiseerde ambulante ondersteuning in aanmerking te komen. Het IAB heeft in de aanvullende reactie van 20 december 2016 gereageerd op de door eiseres in beroep ingebrachte brief van haar huisarts van 29 juni 2016. De medische situatie van eiseres is somatisch van aard en de omstandigheid dat zij de Nederlandse taal beperkt beheerst is onvoldoende om te kunnen spreken van een meervoudige complexiteit. De stelling van eiseres dat verweerder nader onderzoek had moeten doen naar haar psychische gesteldheid volgt de rechtbank niet, omdat de aanwezige medische stukken geen aanknopingspunten daartoe bevatten. Verder is de rechtbank met verweerder van oordeel dat er geen specialistische inzet of kennis nodig is bij de ondersteuningsactiviteiten, omdat de ondersteuning ook met behulp van voorliggende voorzieningen zoals Wijkzorg of Buddysysteem kan worden geboden.
4.3
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder op goede gronden heeft geoordeeld dat eiseres niet in aanmerking komt voor specialistische ambulante ondersteuning nu eiseres op grond van artikel 4.3 van de Verordening in samenhang met paragraaf 4.3 van de Nadere regels niet voldoet aan de voorwaarden voor specialistische ambulante ondersteuning.
5. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.H. Waller, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Akbuz, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2017.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.