In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiseres, die de Proplamp heeft ontwikkeld, en de gedaagden, IKEA B.V. en INTER IKEA SYSTEMS B.V., die de Krusning lamp op de markt hebben gebracht. Eiseres vorderde een verklaring voor recht dat de gedaagden onrechtmatig hebben gehandeld door een slaafse nabootsing van haar Proplamp op de markt te brengen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Proplamp sinds 2010 op de markt is en dat de Krusning, ontworpen door [naam 2], in 2014 is geïntroduceerd. Eiseres stelde dat de Krusning gelijkenissen vertoont met de Proplamp, maar de rechtbank oordeelde dat gelijkenis alleen niet voldoende is om aan te nemen dat de Krusning is ontleend aan de Proplamp. De rechtbank heeft de stellingen van eiseres en gedaagden zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat er geen bewijs is dat IKEA de Krusning heeft ontleend aan de Proplamp. De rechtbank heeft de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden.