ECLI:NL:RBAMS:2017:2420
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wijziging partneralimentatie in het kader van schuldsanering
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 april 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de partneralimentatie. De man, die in een schuldsanering is beland, verzocht de rechtbank om de partneralimentatie op nihil te stellen, omdat zijn financiële situatie aanzienlijk was verslechterd na de beëindiging van zijn WW-uitkering. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift van de man en het verweerschrift van de vrouw. De man en vrouw zijn in 1986 gehuwd en hun huwelijk is op 2 december 2013 ontbonden. Bij convenant van 26 september 2013 was overeengekomen dat de man een bijdrage van € 250,-- per maand aan de vrouw zou betalen. De man heeft echter sinds 1 augustus 2016 een uitkering op grond van de Participatiewet en is toegelaten tot de wettelijke schuldsanering (WSNP). De rechtbank oordeelde dat de man niet over voldoende draagkracht beschikt om de alimentatie te betalen en heeft de alimentatie met ingang van 1 augustus 2016 op nihil gesteld. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vrouw niet verplicht kan worden om eerder ontvangen alimentatie terug te betalen, omdat deze al is verbruikt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het verzoek van de man om de alimentatieachterstand op nihil te stellen is afgewezen.