ECLI:NL:RBAMS:2017:2415
Rechtbank Amsterdam
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van boekhouder voor belastingontduiking door onjuiste aangiften omzetbelasting
Op 12 april 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een boekhouder, die werd beschuldigd van belastingfraude. De verdachte, geboren in Marokko in 1957, was verantwoordelijk voor het indienen van omzetbelastingaangiften voor zijn medeverdachte, die een eenmanszaak had. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk onjuiste en onvolledige aangiften had gedaan over de eerste drie kwartalen van 2012, waarbij hij te lage bedragen aan omzet en omzetbelasting had opgegeven. Dit gebeurde in de periode van 24 mei 2012 tot en met 31 oktober 2012, en had als gevolg dat de Belastingdienst te weinig belasting ontving.
Tijdens de zitting op 29 maart 2017 heeft de officier van justitie, mr. M. Boerlage, bewezenverklaring van de tenlastelegging gevorderd, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte handelde op verzoek van zijn medeverdachte, die niet in staat was om aan zijn belastingverplichtingen te voldoen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzet had en dat hij de Belastingdienst had gebruikt om de liquiditeitsproblemen van zijn medeverdachte op te lossen, wat niet de bedoeling is van een suppletieaangifte.
De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte samen met zijn medeverdachte de aangiften onjuist had gedaan en dat hij een belangrijke bijdrage had geleverd aan het strafbare feit. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een taakstraf van 60 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren werd verricht. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het feit dat hij niet eerder was veroordeeld voor een strafbaar feit. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.