In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 maart 2017 een verzoek tot wraking afgewezen. Verzoekster, de vennootschap onder firma SLOEP HUREN V.O.F., had de wraking aangevraagd van mr. L.H. Waller, bestuursrechter te Amsterdam. De grond voor het wrakingsverzoek was dat de rechter zich als belanghebbende had opgesteld door een verweerschrift op te vragen zonder verzoekster daarvan op de hoogte te stellen. De rechtbank oordeelde dat de beslissing van de rechter om het verweerschrift op te vragen en aan het dossier toe te voegen geen blijk gaf van vooringenomenheid. De rechtbank stelde vast dat het opvragen van een verweerschrift een gebruikelijke procesbeslissing is en dat er geen objectieve aanwijzingen waren voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De rechtbank benadrukte dat de vrees voor partijdigheid objectief gerechtvaardigd moet zijn, wat in dit geval niet het geval was. De rechtbank concludeerde dat de door verzoekster aangevoerde gronden niet voldoende waren om te concluderen dat de rechter niet onpartijdig was. Het verzoek tot wraking werd dan ook afgewezen.