ECLI:NL:RBAMS:2017:2357
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van een bestuursrechter na definitieve uitspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 1 maart 2017 uitspraak gedaan op een wrakingsverzoek van een verzoeker, dat was ingediend op 19 februari 2017. Het verzoek tot wraking was gericht tegen mr. M.J.M. Langeveld, een bestuursrechter te Amsterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet ontvankelijk is, omdat het verzoek is gedaan na de definitieve uitspraak van de rechter op 17 februari 2017 in een andere procedure. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar artikel 8:16 van de Algemene Wet bestuursrecht (Awb), waarin is bepaald dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen een rechter die een zaak van de betrokken partij in behandeling heeft. Aangezien de rechter in de zaak van verzoeker geen zaak meer in behandeling had na de uitspraak van 17 februari 2017, kon verzoeker niet in zijn wrakingsverzoek worden ontvangen. De rechtbank heeft daarom besloten om het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk te verklaren, zonder dat er aanleiding was voor een mondelinge behandeling. De beslissing is genomen in tegenwoordigheid van de griffier en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.