8.3.Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich jarenlang, te weten gedurende een periode van vijf jaar, schuldig gemaakt aan het seksueel misbruik van zijn stiefdochter. De handelingen zijn begonnen toen zijn stiefdochter de leeftijd van twaalf jaar nog niet had bereikt en vonden plaats op de kamer van het slachtoffer, terwijl dit een veilige omgeving voor haar zou moeten zijn. De seksuele handelingen hebben in genoemde periode een aantal keren per week plaats gehad. De handelingen waren van toenemende intensiteit en hebben mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam van zijn stiefdochter. Voorts heeft verdachte het slachtoffer naakt gefotografeerd en deze foto’s in bezit gehad. Door zo te handelen heeft verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en misbruik gemaakt van het vertrouwen dat zij in hem stelde. Verdachte heeft hierbij geen rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van het slachtoffer, met de afhankelijke positie waarin zij verkeerde, met het feit dat het slachtoffer reeds kwetsbaar was vanwege de echtscheiding van haar ouders en vanwege de ernstige ziekte van haar moeder. Verdachte heeft zich geen rekenschap gegeven van de gevolgen die zijn handelen voor haar zouden hebben. Hij heeft zich slechts bekommerd om de bevrediging van zijn eigen lustgevoelens. De ervaring leert dat slachtoffer van dergelijke zedendelicten daarvan langdurig psychische klachten (kunnen) ondervinden.
De rechtbank neemt in het bijzonder in acht de lange periode waarin het misbruik heeft plaatsgevonden, de intensiteit van de diverse seksuele handelingen en het zich niet bekommeren om het slachtoffer. Voorts heeft verdachte het vertrouwen geschaad dat als partner, als stiefvader en als familielid in hem gesteld mocht worden.
Feiten als de onderhavige zijn zeer ernstig en schokken de rechtsorde, waarbij in beginsel slechts een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is, als erkenning van het slachtoffer, als straf en ter afschrikking van verdachte en als normbevestiging naar anderen.
De rechtbank heeft in het voordeel van verdachte in aanmerking genomen dat verdachte, vrijwel direct nadat hij met het feit werd geconfronteerd, openheid van zaken heeft gegeven door een bekennende verklaring af te leggen. Daarnaast heeft verdachte professionele hulp en is hij bereid de nodige behandelingen te volgen, omdat hij naar eigen zeggen verantwoordelijkheid wil nemen voor zijn daden. Verder heeft de rechtbank rekening gehouden met een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 28 februari 2017, waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een zedendelict.
De rechtbank heeft acht geslagen op het over verdachte uitgebrachte reclasseringsadvies van 10 november 2016, opgemaakt door [naam] . Uit het rapport blijkt het volgende:
Een samenloop van omstandigheden heeft ertoe geleid dat betrokkene ontvankelijk was voor onderhavig strafbaar gedrag. Persoonlijke problemen zoals het hebben van stress op zijn werk, de heftige ziekte van zijn vrouw en de intimiteit die hierdoor verloren ging droegen eraan bij dat betrokkene gevoelens ontwikkelde voor zijn stiefdochter. Daarnaast hebben aspecten uit de persoonlijkheid bijgedragen aan onderhavige zaak. Er zijn tekortkomingen geconstateerd in de zin van persoonlijkheidsproblematiek waardoor zijn handelen werd beïnvloedt. Hij toonde grensoverschrijdend gedrag en was zich onvoldoende bewust van het effect van zijn gedrag op het slachtoffer. Er was een gebrek aan empathie en hij kon zich daardoor slecht inleven in het slachtoffer. Hij wist dat zijn handelen verkeerd was maar wist zichzelf geen halt toe te roepen.
Uit de rapportage van de psychiaters [naam psychiater] en [naam psychiater] van 19 oktober 2016 blijkt het volgende, zakelijk weergegeven:
Er is bij betrokkene sprake van een dysthyme stoornis en onderliggend is er sprake van neurotische persoonlijkheidsproblematiek waarbij een persoonlijkheidsstoornis in engere zin nog niet kan worden uitgesloten. Klinisch gezien zijn er onvoldoende aanwijzingen voor het stellen van de diagnose pedofilie, maar strikt classificatoir gezien wordt pedofilie beperkt tot incest wel geclassificeerd. Ten tijde van het ten laste gelegde was er sprake van neurotische persoonlijkheidsproblematiek. Gedurende een tijdsbestek waarin het ten laste gelegde heeft plaatsgevonden is ook in sommige periodes sprake geweest van dysthymie. Dit heeft de gedragskeuzes en gedragingen van betrokkene ten tijde van het ten laste gelegde in enige mate beïnvloed. De inschatting is dat betrokkene vanuit zijn neurotische persoonlijkheidsproblematiek onvoldoende in staat is geweest die stressoren uit zijn omgeving te hanteren en hier op adequate wijze mee om te gaan, die mede hebben gemaakt dat het ten laste gelegde uiteindelijk heeft plaatsgevonden en met name hebben gemaakt dat hij onvoldoende in staat is geweest dit te stoppen. Er wordt geadviseerd om, indien het tenlastegelegde bewezen wordt verklaard, betrokkene als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen ten aanzien van het tenlastegelegde. De kans op recidive hangt samen met de neurotische persoonlijkheidstrekken. Betrokkene heeft geen voorgeschiedenis van pedoseksuele gedragingen. De situationele omstandigheden waaronder het ten laste gelegde heeft plaatsgevonden maken dat het recidive risico als laag wordt ingeschat. Geadviseerd wordt om het behandel traject dat betrokkene reeds heeft opgestart bij [naam] te laten continueren in het kader van een deels voorwaardelijk strafdeel.
Uit de rapportage van gezondheidszorgpsycholoog [naam gezondheidszorgpsycholoog] van 14 oktober 2016 blijkt dat bij ten tijde van het tenlastegelegde bij verdachte sprake is geweest van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van pedofilie, beperkt tot incest en dat er sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van ontwijkende afhankelijke en obsessief-compulsieve kenmerken. Gedurende bepaalde episodes van het tijdsbestek waarin het tenlastegelegde plaatsvond, was er tevens sprake van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een dysthyme stoornis. Verdachte beschikt in onvoldoende mate over adequate copingmechanismen om persoonlijke problematiek het hoofd te kunnen bieden. Rapporteur adviseert betrokkene voor het tenlastegelegde, indien bewezen, met toepassing van de vijfpuntschaal, licht verminderd toerekeningsvatbaar te achten. Hij lijkt zich niet of nauwelijks te hebben beziggehouden met omstandigheden, leeftijd en ontwikkelingsfase van het slachtoffer. Hij heeft zuiver gehandeld vanuit zijn eigen onbevredigde seksuele behoefte. Hij heeft zich daarbij niet of nauwelijks in de persoon van het slachtoffer verplaatst en is zich, nog steeds, in duidelijk onvoldoende mate bewust van de (mogelijke) consequenties van zijn gedrag voor het slachtoffer. Op grond van het onderzoek en de risicotaxatie die heeft plaatsgevonden wordt het risico op recidive als laag ingeschat. Anderzijds moet in de toekomst door betrokkene nog een oplossing gevonden worden voor belangrijke problemen rondom herstel van de relatie met het slachtoffer en het gezin. Indien het tenlastegelegde bewezen kan worden geacht, acht rapporteur voortzetting van de behandeling hij [naam] zinvol.
De rechtbank verenigt zich met bovenstaande conclusies en maakt die tot de hare. De rechtbank is derhalve van oordeel dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in enigszins verminderde mate. De rechtbank acht het eveneens noodzakelijk dat verdachte zich onder behandeling laat stellen bij [naam] . Gelet hierop zal de rechtbank een gedeelte van de vrijheidsstraf in voorwaardelijke vorm opleggen.
De rechtbank acht alles afwegende de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf passend en geboden.