Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende incidentele vordering ex artikel 223 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) tot het treffen van een voorlopige voorziening van
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid in het incident ex artikel 223 Rv, met productie,
- de conclusie van antwoord in het incident strekkende “tot onbevoegdheid in het incident ex artikel 223 Rv”, met producties,
- de akte uitlating producties in het incident strekkende tot onbevoegdheid in het incident ex artikel 223 Rv van de zijde van [gedaagden gezamenlijk]
2.De feiten voor zover van belang in het bevoegdheidsincident
Engagement Agreement(hierna: de overeenkomst) gesloten met [gedaagden gezamenlijk] De opdracht zag op door Abundanza te verrichten werkzaamheden betreffende advisering in en begeleiding van de verkoop van de door [gedaagden gezamenlijk] gehouden aandelen in de Belgische vennootschap EPCO N.V. (hierna: EPCO).
closingplaats en zijn de aandelen EPCO geleverd aan de koper.
3.Het geschil
primair: hoofdelijk althans
subsidiair: naar rato van hun (voormalig) aandelenbelang in EPCO, bij wijze van voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv te veroordelen tot betaling aan Abundanza van een voorschot op de vordering in de hoofdzaak van € 650.693,88, met rente (hierna: de provisionele vordering);
b1 primair: hoofdelijk althans
b2 subsidiair: naar rato van hun (voormalig) aandelenbelang in EPCO te veroordelen tot betaling aan Abundanza van een bedrag van € 1.706.173, met rente en daarbij c) rekening te houden met het eventueel toegekende voorschot;
Escrow Amounten/of
subsidies;
€ 1.551.387,76;
4.De beoordeling
NJ2010/522, ‘
Wood Floor/Silva Trade’)volgt dient bij deze beoordeling het volgende tot uitgangspunt te worden genomen. Vooropstaat dat de bevoegdheidsregels uit de herschikte EEX-verordening tot een verwezenlijking van de doelstellingen van voorspelbaarheid en nabijheid moeten leiden, en dat de hier besproken specifieke alternatieve bevoegdheidsregel aan een doelstelling van nabijheid beantwoordt en is ingegeven door de wenselijkheid van een nauwe band tussen de overeenkomst en het gerecht dat daarvan kennis moet nemen. Voor de toepassing van deze alternatieve bevoegdheidsregel geldt het volgende. Ingeval op meerdere plaatsen diensten worden verricht, wordt onder plaats van uitvoering in beginsel verstaan de plaats waar de diensten hoofdzakelijk worden verricht. Gelet op het doel van voorspelbaarheid, dient deze plaats zo veel mogelijk uit de bepalingen van de overeenkomst zelf te worden afgeleid. Eerst subsidiair moet de plaats in aanmerking worden genomen waar de werkzaamheden overwegend zijn verricht, mits de verrichting van diensten op die plaats niet indruist tegen de wil van partijen zoals die uit de bepalingen van de overeenkomst blijkt. Daarbij kan rekening worden gehouden met de feitelijke aspecten van de zaak, inzonderheid de ter plaatse doorgebrachte tijd en het belang van de werkzaamheden die er zijn verricht. Meest subsidiair kan worden aangesloten bij de woonplaats van degene die de werkzaamheden heeft verricht.
5.De beslissing
rolzal komen van
12 april 2017voor
conclusie vana
ntwoord in het incident tot het treffen van een voorlopige voorziening,