4.4.2Het oordeel over het onder 1 ten laste gelegde
Op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage I van dit vonnis zijn opgenomen en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, gaat de rechtbank van het volgende uit.
Verdachte kreeg op het VIP-deck ruzie met het latere slachtoffer [slachtoffer] . [slachtoffer] gooide op enig moment een fles naar verdachte. Deze fles raakte verdachte op het hoofd. Dit veroorzaakte een bloedende hoofdwond bij verdachte. Verdachte pakte toen een vuurwapen uit zijn broek en schoot [slachtoffer] vanaf korte afstand in de borst. [slachtoffer] zakte vervolgens in elkaar en overleed. Verdachte is de trap afgelopen en langs de wodkabar naar buiten gegaan.
Dit is gebaseerd op het volgende.
Er is een zogenoemde ‘bedreigde getuige’ gehoord, eerst door de politie en later door de rechter-commissaris. Deze getuige wordt aangeduid met ‘S1’. Deze getuige heeft verklaard dat hij/zij zowel verdachte als [slachtoffer] kent en dat hij/zij het volgende heeft gezien. Verdachte, die hij/ zij kent als [verdachte] , en [slachtoffer] hadden een woordenwisseling. Verdachte gaf [slachtoffer] een klap in het gezicht, waarna [slachtoffer] een champagnefles naar verdachte gooide. Verdachte werd door deze fles geraakt. Vervolgens haalde verdachte een pistool uit zijn broek tevoorschijn, waarmee hij een beweging maakte richting [slachtoffer] . Hierna volgde een knal en zakte [slachtoffer] in elkaar.
Deze verklaring van S1 wordt ondersteund door andere (onafhankelijke) getuigenverklaringen. Zo heeft getuige [getuige 2] , een bezoekster van het VIP-deck, beschreven dat zij een woordenwisseling zag tussen ‘de agressieve man’ en ‘het latere slachtoffer’. Er was sprake van duw- en trekwerk en er werd geslagen met een fles. Ze hoorde een doffe knal en zij zag dat ‘het latere slachtoffer’ daarna in elkaar zakte.
Getuige [getuige 1] , een van de beveiligers op het feest, hoorde eveneens enig tumult, zag duw- en trekwerk, hoorde een doffe klap – van wat later van een kapotgeslagen fles bleek te zijn – en hoorde een harde knal. [getuige 1] zag daarna een man met een wapen in zijn hand de trap van het VIP-deck aflopen. Hij beschreef deze man als een man met een donkere huidskleur, een zwart T-shirt met witte print en een donkere broek.
Getuigen [getuige 4] , [getuige 5] en [getuige 6] , allen beveiligers op het feest, beschreven ook dat een man met een wapen de trap van het VIP-deck afliep. Zij hebben van deze man nagenoeg hetzelfde signalement opgegeven als getuige [getuige 1] .
Getuige [getuige 6] heeft het T-shirt daarbij geïdentificeerd op een foto als een Philipp Plein T-shirt. Verdachte heeft verklaard dat hij dit T-shirt op die avond aanhad.
Daarnaast hebben meerdere getuigen – [getuige 7] , [getuige 8] en [getuige 9] – het breken van een fles gehoord, gevolgd door een gedempte knal en/of een lichtflits en/of vuurwerklucht.
Het alternatieve scenario
Het door de verdediging aangevoerde alternatieve scenario wordt niet door de rechtbank aangenomen. Dit om de volgende redenen.
Als verdachte wordt gevolgd in zijn versie van de gebeurtenissen, zouden er twee incidenten op nagenoeg hetzelfde moment op het VIP-deck zijn geweest. Namelijk een incident waarbij verdachte was betrokken en een incident waar [slachtoffer] en een derde waren betrokken. Dit volgt de rechtbank niet. Geen van de getuigen die zijn gehoord heeft verklaard over twee incidenten. Daar komt bij dat uit de beschrijving van de beelden is af te leiden dat er pas commotie op het VIP-deck ontstond toen er was geschoten. Ook is het hoogst onwaarschijnlijk dat verdachte uit het niets werd geslagen (met een fles) en dat hij niet heeft gekeken waar de klap vandaan kwam maar, zoals hij ter zitting heeft verklaard, “ging rennen voor zijn leven”. Ten overvloede overweegt de rechtbank ten aanzien van die verklaring, dat het onwaarschijnlijk is dat verdachte, die ongeveer 1,85 meter lang is en een fors postuur heeft en, als 32-jarige in de kracht van zijn leven is, na een klap tegen zijn hoofd ‘rent voor zijn leven’, en even onwaarschijnlijk acht de rechtbank het dat iemand die van achteren een klap tegen zijn hoofd voelt, niet als vanzelfsprekend achterom kijkt, niet alleen om vast te stellen wat hem heeft geraakt, maar ook om zeker te stellen dat het bij die ene klap blijft.
Betrouwbaarheid getuige S1
Het verweer dat de verklaring van getuige S1 onbetrouwbaar is, wordt verworpen. De verklaring van de getuige bij de politie komt grotendeels overeen met zijn/ haar verklaring bij de rechter-commissaris. De verschillen op detailniveau kunnen worden verklaard door het feit dat het verhoor bij de rechter-commissaris eerst twee jaar na het incident heeft plaatsgevonden. Daar komt bij dat de rechter-commissaris gemotiveerd heeft opgeschreven dat hij de getuige en zijn/haar verklaring betrouwbaar acht.
Conclusie
Op grond van hetgeen hiervoor is genoemd – één en ander in onderling verband en samenhang beschouwd – komt de rechtbank tot het oordeel dat het door de verdediging aangedragen alternatieve scenario, dat een andere persoon dan verdachte de schutter is geweest, niet aannemelijk is geworden. De rechtbank acht op grond van het voorgaande bewezen dat het verdachte is die [slachtoffer] in de borst heeft geschoten, ten gevolge waarvan hij is overleden. Door van dichtbij gericht op zijn borst te schieten heeft verdachte [slachtoffer] opzettelijk van het leven beroofd.
Voorbedachte raad
Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat bij verdachte sprake is geweest van een vooropgezet plan, dan wel een moment van kalm overleg en/of van bedaard nadenken voorafgaand aan de uitvoering. Van het bestanddeel voorbedachte raad wordt verdachte dan ook vrijgesproken.