Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
ingeschreven in de Basisadministratie personen op het adres
[woonadres] .
1.Het onderzoek ter terechtzitting
van 9 maart 2017.
mr. M. al Mansouri en van wat verdachte en zijn raadsman mr. M.J.C. Verlaan naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
- die [slachtoffer] hard op het oog/gezicht heeft/hebben gestompt/geslagen en/of
- die [slachtoffer] op/tegen het lichaam heeft/hebben geschopt en/of geslagen;
3.3. Voorvragen
Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4.Waardering van het bewijs
Bij [medeverdachte 2] worden diverse coupures briefgeld aangetroffen.
Hij heeft verder verklaard dat hij in de vroege ochtend van 25 september 2016 achterop de fiets bij een vriend van hem heeft gezeten en dat zij door de binnenstad van Amsterdam hebben gefietst en dat hij toen een blauw trainingspak met een rode streep droeg.
De aangifte van [slachtoffer] sluit naadloos aan op de waarnemingen van de verbalisant en bovendien wordt er bij verdachte geld aangetroffen in precies die coupures die aangever als gestolen opgeeft.
De verdachte heeft toegegeven dat hij op 25 september 2016 een blauw trainingspak met een rode streep droeg.
Het is niet meer dan een – begrijpelijke – conclusie van hem.
Bij verdachte is niets aangetroffen dat een bevestiging van de herkenning zou kunnen opleveren.
Verdachte is geen bekende van de broers [medeverdachte 1 en medeverdachte 2] . Uit niets blijkt dat verdachte ook maar iets heeft met deze twee mannen of met de straatroof, op één verklaring na en op basis van alleen de verklaring van verbalisant [verbalisant 1] kan de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit komen.
Vrijspraak moet dus volgen.
5.Bewezenverklaring
- die [slachtoffer] hard op het oog hebben gestompt en
- die [slachtoffer] tegen het lichaam hebben geschopt.
6.De strafbaarheid van het feit
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
Verdachte is er tot op heden niet in geslaagd een schoolopleiding af te ronden. Het ontbrak hem kortgezegd steeds aan motivatie en doorzettingsvermogen. Door tussenkomst van de leerplichtambtenaar volgt hij nu een opleiding aan ROC TOP en hij loopt een stage. Het is van groot belang dat verdachte deze opleiding afrondt en zijn stages loopt. Indien verdachte hier niet in slaagt staat hij binnenkort als jong volwassene echt met lege handen en zijn zijn kansen op de arbeidsmarkt zeer gering.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte 1]daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
150 dagenen beveelt dat de twee dagen die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering zijn doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
148 dagen, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Hij dient zich, na oproep, te melden bij de reclassering Nederland op het volgende adres: [adres 3]
Hierna moet hij zich gedurende de door de reclassering bepaalde perioden blijven melden zo frequent als de reclassering dit nodig acht.
de training is gericht op het vergroten van cognitieve vaardigheden waardoor betrokkenen leert om op een constructieve manier problemen en inadequate denkpatronen aan te pakken. De training vermindert de kans op recidive.
Vorm:
twaalf trainingsbijeenkomsten van twee uur en drie individuele bijeenkomsten van één uur, bestaande uit een start-, voortgangs- en eindgesprek.
taakstrafbestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van
240 uren.
120 dagen.
mrs. A.J. Dondorp en J. Edgar, rechters,
in tegenwoordigheid van L.C. Werkman, griffier,