ECLI:NL:RBAMS:2017:1873

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 maart 2017
Publicatiedatum
27 maart 2017
Zaaknummer
C/13/623842 / KG ZA 17-179
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over rectificatie van uitlatingen in recensie over boek over complotdenkers

In deze zaak vordert eiser, een journalist, dat de Volkskrant een rectificatie plaatst naar aanleiding van een recensie over een boek waarin hij wordt genoemd. De recensie bevat uitlatingen die eiser als kwetsend en onterecht beschouwt, waaronder termen als 'bizarre club rond kletskous' en 'paranoïde gekkies'. Eiser stelt dat deze uitlatingen zijn geloofwaardigheid als journalist ondermijnen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de vordering van eiser wordt afgewezen. De uitlatingen in de recensie worden gekwalificeerd als waardeoordelen die niet excessief zijn en een basis hebben in de inhoud van het boek. Bovendien wordt eiser als publieke figuur aangemerkt, wat betekent dat hij meer kritiek moet dulden dan een gemiddelde persoon. De rechter concludeert dat het belang van de Volkskrant om zich kritisch uit te laten zwaarder weegt dan het belang van eiser bij bescherming van zijn eer en goede naam. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/623842 / KG ZA 17-179 CB/EB
Vonnis in kort geding van 28 maart 2017
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats eiser] ,
eiser bij dagvaarding van 3 maart 2017,
advocaat mr. T.J. Stapel te Haarlem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE VOLKSKRANT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. C. Wildeman te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en de Volkskrant worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Voorafgaand aan de zitting heeft [eiser] , die in het buitenland verblijft, verzocht de zitting te mogen volgen via een Skype-verbinding. Dat verzoek is afgewezen. Op verzoek van [eiser] is bij aanvang van de zitting een ‘videoboodschap’ van [eiser] , gericht aan de voorzieningenrechter, afgespeeld.
1.2.
Ter terechtzitting van 14 maart 2017 heeft [eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Ter zitting heeft hij zijn vordering tot betaling van een voorschot op schadevergoeding ingetrokken. Daarnaast heeft hij de tekst van de door hem gevorderde rectificatie aangepast in die zin dat het zinsdeel waarin staat dat de Volkskrant deze manier van berichtgeving betreurt, komt te vervallen. De Volkskrant heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en hun standpunten toegelicht, de Volkskrant aan de hand van pleitaantekeningen. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen.
Ter zitting was mr. Stapel namens [eiser] aanwezig. Aan de zijde van de Volkskrant waren aanwezig C. de Vries (adjunct hoofdredacteur), mr. M.J. van Breda (bedrijfsjurist) en mr. Wildeman.

2.De feiten

2.1.
In september 2016 is een boek van [de auteur van het boek] verschenen, getiteld “Complotdenkers”. In zijn boek, dat als non-fictie kan worden gekwalificeerd, heeft [de auteur van het boek] ook aandacht besteed aan [eiser] . Hij heeft zich daarbij onder meer gebaseerd op een door hem met [eiser] gevoerd gesprek. In het boek zijn over [eiser] onder meer de volgende passages opgenomen:
“(…) Na zijn vertrek bij de avondkrant (NRC Handelsblad, vzr.) in 2002 ontpopt [eiser] zich meer en meer als complotdenker. Zijn ex-collega’s kijken hoofdschuddend toe hoe hij als een soort Don Quichotte de strijd aanbindt met pedonetwerken en de ‘satanische’ elite van ‘Bilderbergers’ die volgens hem een ‘Nieuwe Wereldorde’ willen stichten.
Hoewel [eiser] zichzelf nog altijd journalist noemt, wijkt zijn werkwijze inmiddels sterk af van die van de meeste traditionele journalisten. Op zijn site
Klokkenluider Onlinepubliceert hij artikelen met de meest uiteenlopende ongefundeerde aantijgingen, die in veel gevallen verband houden met het vermeende kindermisbruik door hoogwaardigheidsbekleders en bekende Nederlanders (‘Is [televisiepresentator] de Nederlandse Jimmy Savile? Afschuwelijke pedobeelden van [televisiepresentator] laten nauwelijks ruimte voor twijfel’). (…)
In de video’s die [eiser] maakt, gaat het er vaak wild aan toe. Vergeleken met hem zijn opdringerige tv-journalisten als [A], [B] en [C] brave koorknapen. [eiser] achtervolgt mensen die daar duidelijk niet van gediend zijn en werpt hen vervolgens voor de voeten dat ze pedofielen de hand boven het hoofd houden. (…)
Volgens [eiser] is het simpel: het is oorlog. Tussen de elite en de gewone man. ‘Politici zijn alleen maar bezig om ons te
fucken. Om onze rekeningen te plunderen en om ons dood te spuiten. Ze haten ons’, vertelt hij mij als ik hem eind 2012 thuis opzoek. (…)
‘De mensen die hoog in de machtspiramides opereren, kunnen alles maken’, meent [eiser] . Met name koningshuizen gaan zich te buiten aan de meest grove misdaden. ‘het verkrachten van kinderen en het uitmoorden van tegenstanders is hun
core business.’
(…) De beveiligingscoördinator is opgeroepen als getuige in de strafzaak tegen [eiser] omdat hij op dinsdagmiddag 23 augustus 2011 een telefoontje kreeg. ‘De beller kwam me bekend voor’, vertelt de man. ‘Er was geen twijfel over mogelijk. Het was meneer [eiser] .’ Hoewel [eisers] teksten op de coördinator beveiliging overkomen als ‘geraaskal’, is zijn boodschap helder: [eiser] dreigt het advocatenkantoor op te blazen.
‘Hij riep dat advocaten allemaal ratten waren en dat we er aan zouden gaan. “Wacht maar, zo meteen gaat er een bom af, zo meteen gaat er een bom af.”’ (…)
Het is niet de enige valse bommelding waarvoor [eiser] terecht staat. Ruim twee weken later, op 8 september 2011, krijgt ook het ministerie van veiligheid en justitie een telefoontje van [eiser]. De officier van justitie speelt dat telefoontje af in de rechtszaal.
Het gesprek begint normaal. Een vrouw neemt de telefoon op en zegt: ‘Goedemiddag, ministerie veiligheid en justitie.’
Daarna begint [eiser] met een vervormde stem te praten. Hij houdt vermoedelijk zijn neus dicht en benadrukt elke lettergreep. Het aldus ontstane stemgeluid roept associaties op met Robin de robot uit
Bassie en Adriaan.
‘Dit. Is. Een. Bom-mel-ding’, begint [eiser] . ‘Als jullie binnen één uur niet [hoge ambtenaar] ontslaan en afgeven bij een politiebureau, gaat een bom tot ontploffing komen met honderden doden. (…) De bom is geplaatst onder het bureau van [hoge ambtenaar], secretaris-generaal van het ministerie van justitie, criminele pedofiel en kinderverkrachter. (…)’
De rest van de lange lijst aan strafbare feiten die [eiser] die dag ten laste worden gelegd, valt voornamelijk in de categorie ‘uitingsdelicten’: belediging, smaad, laster, opruiing en Holocaust-ontkenning. Daarnaast houdt het openbaar ministerie [eiser] nog verantwoordelijk voor vernieling, het belagen van een advocaat en een doodsbedreiging aan het adres van de hoofdredacteur van het
NOS Journaal. (…)
Het artikel betekent het startschot van een jarenlange campagne die [eiser] tegen [hoge ambtenaar] zal voeren. Hij publiceert op zijn website het ene na het andere ‘schokkende’ artikel over de secretaris-generaal van justitie. [hoge ambtenaar] maakt zich volgens [eiser] niet alleen schuldig aan het misbruiken van minderjarigen, hij eet ze ook nog eens op.
Om te voorkomen dat dat uitkomt, laat [hoge ambtenaar] allerhande klokkenluiders om het leven brengen. Een mysterieuze bende van koelbloedige killers, door [eiser] aangeduid als de ‘[hoge ambtenaar] Squads’, zou om de haverklap journalisten en politici zoals [politica] uit de weg ruimen.
Om die reden maakt [eiser] zich ook grote zorgen over zijn eigen veiligheid. Zo houdt hij er serieus rekening mee dat hij tijdens een fietsvakantie in de Dordogne door een drone van zijn tweewieler zal worden geschoten. (…)”
2.2.
Over het boek is een recensie van de hand van journalist [de recensent] verschenen in de Volkskrant, op 25 november 2016 op de website en een dag later in de papieren zaterdageditie. In de recensie is onder meer het volgende te lezen:
“Had dit een boek moeten worden over de affaire [hoge ambtenaar]? Of een ontmaskering van de bizarre club rond kletskous [eiser] ? (…) Zijn ware onderwerp zijn de paranoïde gekkies die zich op [hoge ambtenaar] hebben gestort. (…) [eiser] is de ongekroonde koning van dit gekkenhuis. (…) [de auteur van het boek] heeft uniek materiaal verzameld en had een fraai boek kunnen schrijven over [hoge ambtenaar], [eiser] en al die andere gekkies die vrij rondlopen en de levens van hun doelwit tot een hel kunnen maken. (…) ”
2.3.
[eiser] heeft bij de Volkskrant bezwaar gemaakt tegen de recensie. Bij e-mail van 7 december 2016 heeft de Volkskrant gereageerd op de bezwaren van [eiser] en deze van de hand gewezen. In deze e-mail staat onder meer het volgende:
“(…) Ik merk overigens op dat u zelf beduidend verder gaat in het geven van uw mening. Ik wijs u bijvoorbeeld op uw kwalificaties van [de premier] als onze Pedo-Premier en [minister] als Hoer-[minister]. Ook voor [de recensent] heeft u een stevige kwalificatie gevonden: Sonderkommando [de recensent] . (…)”

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert na vermindering van eis, kort gezegd, de Volkskrant te veroordelen tot rectificatie van de over hem in de recensie gedane uitlatingen, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van de Volkskrant in de proceskosten.
3.2.
De Volkskrant voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat in deze zaak om een botsing van twee fundamentele rechten, namelijk aan de zijde van de Volkskrant het recht op vrijheid van meningsuiting en aan de zijde van [eiser] om diens recht op bescherming van zijn eer en goede naam. Het antwoord op de vraag welk van deze beide rechten in het onderhavige geval zwaarder weegt, moet worden gevonden door een afweging van alle ter zake dienende omstandigheden van het geval (zie bijvoorbeeld HR 28/1/2008 LJN BB3210).
4.2.
Het belang van de Volkskrant is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moet kunnen uitlaten. Het belang van [eiser] is erin gelegen dat zijn eer en goede naam niet lichtvaardig worden aangetast. Welk van deze belangen, die in beginsel gelijkwaardig zijn, de doorslag behoort te geven, hangt af van de omstandigheden van het geval.
4.3.
De bezwaren van [eiser] tegen de recensie zijn met name gericht op de woorden “bizarre club rond kletskous [eiser] ”, “paranoïde gekkies”, “ [eiser] is de ongekroonde koning van dit gekkenhuis” en “gekkie”. Dit zijn waardeoordelen van [de recensent] , de auteur van de recensie. Hij brengt daarmee tot uitdrukking dat hij de theorieën van [eiser] niet serieus neemt.
4.4.
Volgens vaste rechtspraak zijn waardeoordelen in beginsel vrij. Alleen als een waardeoordeel geen enkele basis heeft, kan het excessief en daarom onrechtmatig zijn. Uit de onder 2.1 geciteerde passages uit het gerecenseerde boek volgt dat [eiser] volgens [de auteur van het boek] complottheorieën aanhangt, extreme en ongefundeerde uitlatingen doet en dreigementen uit. Niet gezegd kan dan ook worden dat de waardeoordelen van [de recensent] geen enkele basis hebben.
4.5.
Met zijn stelling dat het boek van [de auteur van het boek] geen aanleiding geeft voor de door [de recensent] gebruikte kwalificaties, miskent [eiser] de regels voor recensies en andere opiniërende (niet-feitelijke) publicaties. Voor dergelijke publicaties zijn stijlmiddelen als overdrijven en bewust eenzijdig belichten geoorloofd. Bovendien geeft het boek, zoals hiervoor onder 4.4 al aan de orde is gekomen, voldoende aanleiding voor de door [de recensent] geuite waardeoordelen.
4.6.
[eiser] stelt – in reactie op het eerder in tussen partijen gevoerde correspondentie – dat zijn eigen kwalificaties van anderen geen rol spelen bij de beoordeling van deze zaak. Daarmee miskent [eiser] dat volgens rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) voorafgaand gedrag van de persoon om wie het gaat een omstandigheid is die een rol speelt bij de beoordeling van de vraag of een publicatie onrechtmatig is. [eiser] heeft niet betwist dat hij in zijn publicaties onder meer [de premier] “Pedo-premier” heeft genoemd, [minister] “Hoer-[minister]” en [de recensent] “Sonderkommando [de recensent] ”, zoals de Volkskrant heeft geschreven in haar e-mail van 7 december 2016, zodat er vooralsnog van zal worden uitgegaan dat hij zich in publicaties inderdaad in die bewoordingen heeft uitgelaten over de genoemde personen. Daarmee mengt hij zich op zeer felle wijze in het publieke debat en kan zich er minder snel over beklagen dat er over hem ook in felle bewoordingen, zij het van een ander kaliber, uitlatingen worden gedaan. Bovendien kan hij, door zijn extreme theorieën waarvoor hij zelf de aandacht van het grote publiek vraagt, worden aangemerkt als een publieke figuur. Publieke figureren hebben meer kritiek te dulden dan de gemiddelde persoon die zich niet in het openbaar debat begeeft.
4.7.
[eiser] acht het buitengewoon schadelijk dat hij als “gek” wordt weggezet omdat daarmee afbreuk wordt gedaan aan zijn geloofwaardigheid als journalist. Op grond van vaste rechtspraak van het EHRM kan een klacht over reputatieverlies echter niet worden gebaseerd op het recht op bescherming van eer en goede naam als dat reputatieverlies het voorzienbare gevolg is van het eigen handelen van de betrokkene. Vooralsnog wordt het er voor gehouden dat, voor zover [eiser] als journalist niet serieus zou worden genomen, dat niet het gevolg is van de recensie, maar van de vergaande en vooralsnog ongefundeerde beschuldigingen over allerlei personen die [eiser] al jaren in niet mis te verstane bewoordingen onder de aandacht van het publiek brengt.
4.8.
Op grond van de hiervoor besproken omstandigheden weegt het belang van de Volkskrant om zich opiniërend te kunnen uitlaten zwaarder dan het belang van [eiser] bij bescherming van zijn eer en goede naam. De recensie is dan ook niet onrechtmatig. Hierop stuit de vordering van [eiser] af.
4.9.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de Volkskrant worden begroot op:
- griffierecht € 1.924,00
- salaris advocaat
816,00
Totaal € 2.740,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
weigert de gevraagde voorziening,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van de Volkskrant tot op heden begroot op € 2.740,00,
5.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 voor salaris advocaat, te vermeerderen met € 68,00 en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit vonnis plaatsvindt,
5.4.
verklaart deze kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Berkhout, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. E. van Bennekom, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 28 maart 2017. [1]

Voetnoten

1.type: eB