ECLI:NL:RBAMS:2017:1833
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling wegens onvoldoende inperking van het recidiverisico
Op 7 maart 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) van een veroordeelde, die in 2014 was veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren. De officier van justitie had op 27 januari 2017 een vordering ingediend om de v.i. van de veroordeelde met 365 dagen uit te stellen, omdat de veroordeelde zich tijdens zijn detentie ernstig had misdragen en niet bereid was de aan de v.i. te verbinden voorwaarden na te leven. De rechtbank heeft ter terechtzitting de vordering van de officier van justitie behandeld, waarbij ook getuige-deskundigen van Bouman GGZ Advies Rotterdam zijn gehoord. De reclassering had in een advies aangegeven dat de veroordeelde niet had meegewerkt aan interventies en dat er een hoog recidiverisico was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde onvoldoende inzicht had in zijn gedrag en dat hij niet gemotiveerd was om aan de voorwaarden te voldoen. Gezien de ernst van de feiten en het recidiverisico heeft de rechtbank besloten de vordering tot uitstel van de v.i. toe te wijzen, waardoor de v.i. voor 365 dagen wordt uitgesteld.