[eiseres] wijst ter onderbouwing van haar stelling dat partijen in 2014 afspraken voor de toekomst en dus ook voor 2017 hebben gemaakt, op het verslag van de evaluatie van 30 oktober 2014 van het in dat jaar gehouden Dockyard Festival, op de e-mailcorrespondentie in 2014 tussen partijen en de presentatie van 11 november 2014 alsmede op de gang van zaken nadien.
Overwogen wordt dat noch in het verslag, noch in de e-mailcorrespondentie te lezen is dat partijen hebben afgesproken dat [eiseres] het terrein in 2017 tijdens het ADE zou kunnen huren ten behoeve van de organisatie van het Dockyard Festival. Het verslag behelst voornamelijk een evaluatie van het in 2014 gehouden festival. Voor zover daarin sprake is van de toekomst, gaat het over 2015 en niet over volgende jaren.
De e-mail van [naam 2] van 12 oktober 2014 waarin zij schrijft dat zij een optie heeft bij de NDSM werf voor ADE 2015, 2016 en 2017, met een vergunning voor 10.000 bezoekers en dat zij daartoe een contract wil sluiten met de werf is afkomstig van [eiseres] zelf en is, mede in het licht van het standpunt van de werf dat zij geen overeenkomst heeft gesloten voor 2017, onvoldoende. De e-mail van [naam 4] van 18 december 2014, waarin hij schrijft dat de werf kijkt “naar 2016 en verder met groei tot max 15.000 per dag en eventueel 2 dagen” is onvoldoende concreet en kan niet als een aanbod voor de huur van het terrein in 2017 worden aangemerkt. Dat dit ook niet zo is begrepen door [eiseres] volgt ook uit het feit dat nadien geen concrete afspraken zijn gemaakt. In de e-mail van [naam 2] aan de werf van 23 december 2014 is te lezen dat [eiseres] graag een intentieovereenkomst sluit voor meerdere jaren, maar daarop heeft [naam 4] namens de werf slechts geantwoord: “Zal ik begin 2015 overleggen met [naam 6] en jou voorstel sturen.” Daaruit kan evenmin een concrete afspraak die mede 2017 omvat worden afgeleid.
Ook voor de presentatie die [eiseres] op 11 november 2014 heeft gemaakt en waarin sprake is van verdere groei van het Dockyard Festival geldt dat dit een van [eiseres] afkomstig document betreft en dat daaruit, bij de betwisting door de werf, alleen al om die reden geen overeenstemming tussen partijen over een in 2017 te houden festival op het terrein tijdens het ADE kan worden afgeleid.
Dat er geen overeenkomst voor meerdere jaren is gesloten volgt verder uit het feit dat voor de in 2014, 2015 en 2016 op het terrein gehouden Dockyard Festivals afzonderlijke huurovereenkomsten zijn gesloten waarin telkens is vermeld dat sprake is van tijdelijke verhuur. In de overeenkomst van 2016 is daarbij nog expliciet opgenomen dat de overeenkomst alleen betrekking heeft op de daarin genoemde huurperiode en dat [eiseres] daaraan geen rechten kan ontlenen voor de toekomst. Niet is duidelijk hoe [eiseres] desondanks meende ervan uit te kunnen gaan dat zij ook in 2017 gedurende het ADE het terrein zou mogen huren.
Dat [eiseres] , zoals zij stelt, heeft geïnvesteerd ten behoeve van toekomstige festivals op het terrein tijdens het ADE, kan er evenmin toe leiden dat tussen partijen een overeenkomst voor meerdere jaren moet worden aangenomen.
De stelling van [eiseres] tenslotte dat de rechtsverhouding tussen de werf en haar een repeterend karakter heeft en dat dit maakt dat tussen partijen in feite sprake is van een duurovereenkomst omdat bijna alle festivals met een grote vergunning jaar na jaar op het terrein worden gehouden, gaat niet op. De werf heeft bestreden dat sprake is van een bestendige gedragslijn van haar kant en zij heeft concreet toegelicht dat de situatie op het terrein elk jaar anders is en dat zij daarom geen toezeggingen voor meerdere jaren kan doen. Een en ander is voorshands dan ook onvoldoende om aan te nemen dat sprake is van een bestendige gedragslijn of dat tussen de werf en [eiseres] een duurovereenkomst bestaat.
De slotsom is dat niet aannemelijk is geworden dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan de werf gehouden is om het terrein tijdens het ADE van 2017 aan [eiseres] te verhuren zodat de primaire grondslag de vordering niet kan dragen.