ECLI:NL:RBAMS:2017:1689
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wegens termijnoverschrijding in strafzaak tegen vervoerder zonder vergunning
Op 21 februari 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam een verkort vonnis gewezen in de strafzaak tegen een verdachte, aangeduid als VOF, die beschuldigd werd van het verrichten van beroepsvervoer zonder een communautaire vergunning op of omstreeks 7 januari 2011 te Nieuwegein. De zaak is voor het eerst op zitting behandeld op 31 oktober 2011, maar door een administratieve fout bij het parket is het dossier in het ongerede geraakt, waardoor de behandeling meer dan vijf jaar later opnieuw op zitting werd gebracht.
De officier van justitie, mr. M.E. Woudman, heeft in deze zaak gevorderd dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging van de verdachte, gezien de aanzienlijke termijnoverschrijding. De politierechter heeft deze vordering in overweging genomen en vastgesteld dat de lange vertraging in de behandeling van de zaak niet aan de verdachte kan worden toegerekend.
De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte ter zake van het ten laste gelegde feit. Dit vonnis is uitgesproken door mr. M. Vaandrager, politierechter, in aanwezigheid van A. van der Zwan, griffier.