Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de voorzieningenrechter van 12 januari 2017 in de zaak tussen
[verzoekers] , te Amsterdam, verzoekers
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
Rechtbank Amsterdam
Op 12 januari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers bezwaar hadden gemaakt tegen beschikkingen van de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. De verzoekers vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij niet konden wachten op de uitkomst van de bezwaarprocedure. De voorzieningenrechter moest afwegen tussen het belang van de verzoekers om snel gehoord te worden en het belang van de gemeente om de uitvoering van het besluit niet te verstoren.
De voorzieningenrechter overwoog dat een bezwaarmaker recht heeft om gehoord te worden, maar dat dit recht ook afhankelijk is van de beschikbaarheid van de bezwaarmaker. De gemeente heeft de verantwoordelijkheid om de hoorzittingen te plannen, rekening houdend met de verhinderdata van de betrokken partijen. De verzoekers hadden gevraagd om hoorzittingen op specifieke data, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat dit verzoek niet connex was aan de bezwaren die waren ingediend tegen de WOZ-waarden.
Uiteindelijk verklaarde de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk, omdat het verzoek niet voldoende verband hield met de inhoud van de bezwaren. De voorzieningenrechter besloot dat er geen aanleiding was om de proceskosten te vergoeden en dat tegen deze uitspraak geen rechtsmiddel openstond. De uitspraak werd gedaan door mr. P.H.A. Knol, in aanwezigheid van griffier mr. M. van Looij.