Stichting Huizenbezit HVO, verder HVO, heeft begin 2004 haar bedrijfspand aan de [straatnaam] te Amsterdam te koop aangeboden. Namens haar trad op makelaar [naam makelaar] . Deze heeft in maart 2004 met een zekere [naam 1] over een prijs van één miljoen euro overeenstemming bereikt. [naam 1] vertegenwoordigde hierbij medeverdachte [medeverdachte] .
Op 24 maart 2004 heeft [medeverdachte] aan verdachte, notaris te Amsterdam, een fax gestuurd waarin hij hem heeft gevraagd een koopakte voor het pand op te maken, waarbij de koper zou zijn Vondel Vastgoed Holding BV, hierna Vondel BV, of een nader te noemen meester. [medeverdachte] was via zijn Antilliaanse vennootschap Wolniar Investments NV, verder Wolniar NV, enig aandeelhouder van Vondel BV en had daarover feitelijk de leiding. Aan verdachte maakte [medeverdachte] tevens kenbaar dat het de bedoeling was het pand te splitsen, opdat daarin verschillende voor bewoning geschikte appartementen zouden kunnen worden gesticht.
Verdachte heeft vervolgens onder meer de gemeente Amsterdam gevraagd te bevestigen dat geen splitsingsvergunning was vereist. Voorts heeft hij een koopakte opgemaakt volgens welke [naam 1] voor zich of een nader te noemen meester het pand kocht voor de eerder genoemde prijs; levering zou plaatsvinden op 1 september 2004. [naam 1] en [naam makelaar] hebben de akte ondertekend en verdachte heeft deze op 10 mei 2004 in het kadaster laten inschrijven.
Op 30 augustus 2004 heeft verdachte een nota van afrekening opgemaakt ten aanzien van de levering van het pand op 1 september 2004. Deze nota is gericht aan HVO.
De levering is toen niet doorgegaan. Volgens twee door verdachte opgemaakte, maar niet gepasseerde leveringsakten zouden van de twaalf appartementsrechten waaruit het pand bestond, vijf voor een koopprijs van in totaal 100.000 euro worden geleverd aan [medeverdachte] en zeven voor een koopprijs van in totaal 900.000 euro aan een dochtervennootschap van Vondel BV, Sental Amsterdam BV, verder Sental BV. [naam makelaar] heeft verklaard dat hij de levering heeft belet omdat er geen zakelijke grond was om hieraan mee te werken.
Op 2 september 2004 heeft [naam directeur] , directeur van Sental BV, ten kantore van verdachte een volmacht voor de aankoop van het pand voor één miljoen euro ondertekend.
Op instructie van [medeverdachte] heeft een medewerker van Vondel BV de volgende dag aan verdachte bericht dat een zekere [naam 2] het pand zou kopen en afnemen voor één miljoen euro en dat deze het pand dezelfde dag zou doorverkopen en leveren tegen een prijs van 1,85 miljoen euro aan Sental BV, waarbij Sental BV de door haar aan [naam 2] verschuldigde koopsom met hem zou verrekenen. [naam 2] heeft later verklaard en [medeverdachte] heeft bevestigd dat sprake was van een schijnconstructie omdat [naam 2] in werkelijkheid optrad voor [medeverdachte] .
Later heeft [medeverdachte] aan Sental BV de instructie doen geven een schuld van 850.000 euro (het verschil tussen de voor HVO bestemde koopsom en de door Sental BV volgens de met [naam 2] gesloten overeenkomst verschuldigde koopsom) te boeken ten gunste van Wolniar NV in de rekening-courant die Wolniar NV aanhield bij Sental BV.
Verdachte heeft de koopakten en leveringsakten van de zojuist omschreven ABC transactie opgemaakt en op 6 september 2004 laten passeren, waarna hij de leveringsakten in het kadaster heeft doen inschrijven. Op 4 november 2004 is er nog een herstelakte opgemaakt en verleden omdat door een vergissing te weinig appartementsrechten waren geleverd.
In verband met de wijzigingen in de transacties zijn steeds nieuwe nota’s van afrekening opgemaakt en verzonden aan Sental BV. Ten slotte heeft verdachte voor zijn werkzaamheden declaraties verzonden die zijn betaald.