Op 2 maart 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in Algerije en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, die gedetineerd was in een penitentiaire inrichting. De zaak betreft een winkeldiefstal die plaatsvond op 9 november 2016, waarbij de verdachte meerdere blikjes Jack Daniels heeft gestolen uit een Albert Heijn in Amsterdam. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na een terechtzitting op 16 februari 2017, waar de officier van justitie, mr. K. Duker, de vordering heeft gedaan en de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. G.J.M. van Spanje, zijn verdediging heeft gevoerd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De verdachte heeft tijdens de zitting bekend dat hij de diefstal heeft gepleegd, wat door de rechtbank als wettig en overtuigend bewijs werd beschouwd. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal en heeft de strafbaarheid van het feit en de verdachte bevestigd. De officier van justitie had een ISD-maatregel geëist, maar de rechtbank heeft deze vordering afgewezen, gezien de omstandigheden van de zaak en het feit dat de verdachte al eerder een ISD-maatregel opgelegd had gekregen.
In plaats daarvan heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig dagen, met aftrek van het voorarrest. Tevens heeft de rechtbank de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf van acht dagen. De beslissing is genomen op basis van de ernst van het bewezen feit en de omstandigheden van de verdachte, waarbij ook rekening is gehouden met zijn eerdere veroordelingen en de impact van de diefstal op de benadeelde partij.