Op 21 februari 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 13 augustus 2016 op het Koningsplein in Amsterdam, waar de verdachte een geldbedrag van ongeveer 1000 euro heeft weggenomen van de aangeefster. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, de tas van de aangeefster heeft vastgepakt en met kracht aan de tas heeft getrokken, terwijl hij haar schreeuwend vroeg om zijn geld. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte het bewezen geachte feit heeft begaan. De rechtbank heeft geoordeeld dat het feit strafbaar is en dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De officier van justitie had een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken geëist, maar de rechtbank heeft besloten om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest. De rechtbank heeft ook bepaald dat het in beslag genomen geldbedrag van 1000 euro aan de aangeefster moet worden teruggegeven. De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd, maar de rechtbank heeft deze vordering niet-ontvankelijk verklaard, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft de beslissing op 21 februari 2017 uitgesproken.