Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 20 mei 2016, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 27 juli 2016,
- het proces-verbaal van comparitie van 12 januari 2017, met de daarin genoemde processtukken.
2.De feiten
3.Het geschil
- voor recht verklaart dat de bank toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de tussen partijen bestaande dan wel bestaand hebbende bewaarnemingsovereenkomst en dat de bank gehouden is de daaruit voor [eiser] voortvloeiende schade te vergoeden, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet; en
- de bank veroordeelt tot betaling van de proceskosten.
4.De beoordeling
voorlopigoordeel van de rechtbank als volgt.
voorlopigoordeel van de rechtbank daarover luidt als volgt.
5.De beslissing
29 maart 2017voor het nemen van een akte door beide partijen als bedoeld onder 4.7, 4.8 en 4.15, met inachtneming van hetgeen onder 4.16 is overwogen,