4.3.1.Bewijsmiddelen
1.
Een proces-verbaal aangifte met nummer PL1300-2016203874-1 van 20 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (dossierpagina’s 1 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van aangever [persoon 3] , zakelijk weergegeven:
Ik was 19 september 2016 met mijn vrouw, zoon en diens vriendin in Amsterdam. Een mij onbekende jongen blokkeerde de weg voor mijn zoon. (…) De jongen met de baard die op de grond lag heeft alleen maar geschreeuwd dat hij mij zou vermoorden, dit schreeuwde hij diverse keren en achter elkaar. (…) De jongen met de baard was weer opgestaan en hij bleef schreeuwen dat hij mij dood zou maken. Hij vervolgens meer gericht tegen mijn zoon in deze vecht- of schreeuwpartij. (…) De jongen met de baard heeft de hele tijd geroepen dat hij mijn hele familie ging doden. Hij heeft zowel dit in de Nederlandse taal geroepen als in de Engelse taal. (…) Ik dacht dat ze mijn zoon in eerste instantie om geld vroegen.
2.
Een proces-verbaal aangifte met nummer PL1300-2016203874-24 van 20 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (dossierpagina’s 8 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van aangever [persoon 2] , zakelijk weergegeven:
Mijn vriend en ik liepen voorop en de ouders van mijn vriend liepen achter ons. Er kwam een man aangelopen met donker haar en een blauw jasje. Die man kwam naar ons toe en zei tegen ons: Geef me vijf euro of ik maak je af. Terwijl hij dit deed kwam hij met zijn gezicht dichtbij het gezicht van mijn vriend staan, hij raakte hierbij ook de borstkas van mijn vriend aan. De jongen had een baardje. (…) Ik hoorde de jongen met het blauwe jasje in het Engels zeggen: ‘ik maak je dood’. (…) De jongen met het blauwe jasje zag dat wij alleen stonden en ik zag dat hij naar ons toe kwam. Met wij bedoel ik, ik en mijn schoonmoeder. Hij stond op ongeveer 2 meter afstand en hij zei: ik maak jullie dood. Ik zag dat terwijl hij dit zei hij ons aankeek in onze ogen.
3.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2016203874-30 van 20 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (dossierpagina 12).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik ben abusievelijk vergeten te vermelden in de aangifte wat het gevoel was van aangeefster [persoon 2] op het moment dat zij bedreigd werd door de verdachte met het blauwe jasje met de woorden ‘ik maak je af’. Zij verklaarde hierover desgevraagd: Ik was doodsbang! Ik voelde me bedreigd hierdoor.
4.
Een proces-verbaal van verhoor getuige/aangever met nummer PL1300-2016203874-22 van 20 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (dossierpagina’s 13 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van getuige/aangever [persoon 1] , zakelijk weergegeven:
Ik ben hier met mijn vader en moeder en vriendin in Amsterdam. Op 19 september 2016 liep ik met mijn vriendin in de richting van de Amstelstraat. Mijn ouders liepen achter ons. Een man met een blauw jack kwam voor mij staan. Ik hoorde dat hij in de Engelse taal zei: “give me 5 euro’s or i kill you”. Deze man was erg dreigend en agressief en begon ook gelijk tegen mij aan te duwen. (…) Ik hoorde dat de man met het blauwe jack ook naar mijn moeder en vriendin aan het schreeuwen was “i kill you”. (…) De man met het blauwe jack was aan het schreeuwen: “i will kill him”. (…) Ik voelde mijzelf erg bedreigd.
5.
Een proces-verbaal van verhoor getuige met nummer PL1300-2016203874-23 van 20 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 4] (dossierpagina’s 16 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van getuige [persoon 4] , zakelijk weergegeven:
Gisteravond liepen mijn man en ik enkele meters achter mijn zoon en zijn vriendin. Ik zag dat er ineens een man met zijn gezicht vlak voor het gezicht van mijn zoon stond. (…) De man waar mijn zoon ruzie mee kreeg had een blauwe jas. Hij schreeuwde: i will kill you! In het Engels schreeuwde hij en keek ons aan en haalde zijn vinger langs zijn keel. Ik voelde mij daardoor wel bedreigd.
6.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2016203874-6 van 19 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] (dossierpagina 29).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 19 september 2016 hoorde ik dat er een steekincident had plaats gevonden op de Amstelstraat. Ik hoorde dat er een tweede verdachte was. Ik zag een verdachte lopen welke aan het signalement voldeed. Deze verdachte had een blauwkleurige jas om zijn schouders/nek gebonden. De verdachte heb ik aangehouden. Verdachte: [verdachte] .
4.3.2.Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1 eerste alternatief/cumulatief (poging tot afpersing)
De raadsman van verdachte heeft, kort gezegd, aangevoerd dat verdachte erg dronken was ten tijde van het incident en dat hij in die dronkenschap iets tegen aangever [persoon 1] heeft gezegd. Daarom kan niet worden bewezen dat hij het oogmerk had om aangever [persoon 1] af te persen. De rechtbank volgt de raadsman niet in dit standpunt en overweegt hiertoe het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat uit de enkele omstandigheid dat verdachte dronken was niet volgt dat hij geen oogmerk kan hebben gehad op de afpersing van aangever. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte niet alleen dreigend tegen aangever [persoon 1] heeft gezegd: ‘Give me 5 euro’s or I kill you’, maar daarbij ook op dreigende wijze dicht tegen hem aan is gaan staan. De rechtbank is van oordeel dat hieruit niet anders valt af te leiden dan dat verdachte het oogmerk had om aangever [persoon 1] af te persen. Dit feit is dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Voor de volledigheid merkt de rechtbank nog op dat uit het voorgaande volgt dat niet is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem onder 1 tweede alternatief/cumulatief (poging tot diefstal met geweld) is ten laste gelegd.