4.3.2.Oordeel over feit 1 impliciet subsidiair (poging tot zware mishandeling)
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij aangever [persoon 1] twee keer met een mes heeft gestoken. Op grond daarvan en de andere in het dossier vervatte bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem onder 1 impliciet subsidiair ten laste is gelegd.
Nu verdachte het feit heeft bekend en de raadsvrouw hiervoor geen vrijspraak heeft bepleit kan, op grond van artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, worden volstaan met de hierna genoemde opgave van bewijsmiddelen:
1. De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 10 februari 2017;
2. Een proces-verbaal aangifte met nummer PL1300-2016203874-1 van 20 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (dossierpagina’s 1 e.v.).
4.3.3.Oordeel over het onder 2 ten laste gelegde
De rechtbank komt op grond van de volgende bewijsmiddelen tot het oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem onder 2 ten laste is gelegd, met uitzondering van het vierde en vijfde gedachtestreepje.
1.
Een proces-verbaal aangifte met nummer PL1300-2016203874-1 van 20 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 1] (dossierpagina’s 1 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van aangever [persoon 1] , zakelijk weergegeven:
Ik was 19 september 2016 met mijn familie in Amsterdam. Ik was met mijn vrouw, zoon en zijn vriendin. (…) Gelijk zag ik vanaf de overzijde van de straat dat de jongen met de dreadlocks met het mes nog altijd aan het zwaaien was met dit mes en ik zag dat hij zich hierbij richtte op mijn zoon.
2.
Een proces-verbaal aangifte met nummer PL1300-2016203874-24 van 20 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (dossierpagina’s 8 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van aangeefster [persoon 4] , zakelijk weergegeven:
Ik en mijn vriend liepen voorop en de ouders van mijn vriend liepen achter ons.
Ik zag dat de jongen met de dreadlocks een mes pakte uit de achterzak van zijn broek. (…) De jongen met de dreadlocks draaide zich op een bepaald moment om en begon mijn vriend op te jagen. Ik zag namelijk dat mijn vriend zag dat de jongen met de dreadlocks dat mes in zijn hand had en zijn kant op kwam. Ik zag dat mijn vriend omdraaide en weg begon te rennen in de richting van de straat met de cafés en restaurants.
3.
Een proces-verbaal van verhoor getuige/aangever met nummer PL1300-2016203874-22 van 20 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 3] (dossierpagina’s 13 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van getuige/aangever [persoon 2] , zakelijk weergegeven:
Ik ben samen met mijn vader, moeder en vriendin [persoon 4] in Amsterdam.
Op maandag 19 september 2016 liep ik samen met mijn vriendin in de richting van de Amstelstraat. (…) Ik ben gaan rennen door de Amstelstraat. De man met de dreadlocks rende achter mij aan. Er zat denk ik zo een 1,5 meter tussen hem en mij tijdens het rennen. Ik zag toen ook dat hij het mes nog steeds in zijn rechterhand had. Hij probeerde mij te pakken. Ik hoorde dat hij schreeuwde: “I will kill you”. Ik zag dat de man met de dreadlocks op en neer bleef lopen in de Amstelstraat en daarbij riep: “Where are they, I will kill them”. (…) Ik ben erg geschrokken van dit incident. Ik voelde mijzelf bedreigd en was ook erg bang.
4.
Een proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2016203874-5 van 19 september 2016, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 4] en [verbalisant 5] (dossierpagina’s 25 e.v.).
Dit proces-verbaal houdt onder meer in als verklaring van voornoemde verbalisanten, zakelijk weergegeven:
Op 19 september 2016 hoorden wij dat de meldkamer doorgaf dat er een steekpartij zou zijn geweest op de Amstelstraat. Wij hoorden het volgende signalement van NN1: man, negroïde, lange dreads (…) mes. (…) Ik, verbalisant [verbalisant 4] , zag onder de geparkeerde auto een man. De man kwam volledig overeen met het signalement van NN1. De verdachte bleek genaamd: [verdachte] .