ECLI:NL:RBAMS:2017:10697

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 december 2017
Publicatiedatum
14 juni 2023
Zaaknummer
C/13/637921 / HA ZA 17-1132
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis inzake betaling en wettelijke rente in civiele procedure

In deze civiele procedure, die diende voor de Rechtbank Amsterdam, heeft eiseres, SWISHFUND NEDERLAND B.V., een vordering ingesteld tegen meerdere gedaagden, waaronder CLEOFA B.V., KENAN SERVICES en CLEOFA HOLDING B.V. De gedaagden zijn niet verschenen in de procedure. De rechtbank heeft op 27 december 2017 vonnis gewezen in deze zaak, waarin de vorderingen van eiseres zijn beoordeeld. Eiseres vorderde betaling van een hoofdsom, vermeerderd met wettelijke handelsrente. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een handelsovereenkomst in de zin van artikel 6:119a BW, waardoor de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar was. In plaats daarvan werd de wettelijke rente toegewezen, zoals bedoeld in artikel 6:119 BW.

De rechtbank heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 214.230,48, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft ook de beslagkosten en proceskosten toegewezen. De beslagkosten werden begroot op € 11.680,82 en de proceskosten op € 5.969,18. Daarnaast zijn er buitengerechtelijke kosten van € 3.443,84 toegewezen. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wees het meer of anders gevorderde af. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. M.C.H. Broesterhuizen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/637921 / HA ZA 17-1132
Vonnis van 27 december 2017
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SWISHFUND NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Naarden,
eiseres,
advocaat mr. A.M. van Heest te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLEOFA B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de vennootschap onder firma
KENAN SERVICES,
gevestigd te Amsterdam,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CLEOFA HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
4.
[gedaagde 4],
wonende te Amsterdam,
5.
[gedaagde 5],
wonende te Amsterdam,
6.
[gedaagde 6],
wonende te [woonplaats] (gemeente Zaandstad),
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties,
  • het herstelexploot van 13 september 2017,
  • het tegen gedaagden verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Eiseres vordert betaling van de hoofdsom onder 1. vermeerderd met wettelijke handelsrente. Niet gesteld of gebleken is dat sprake is van een handelsovereenkomst in de zin van art. 6:119a BW, zodat de gevorderde handelsrente niet toewijsbaar is. In plaats daarvan zal de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW worden toegewezen.
2.2.
Het gevorderde komt de rechtbank voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.3.
Eiseres vordert gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in art. 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden begroot op € 9.100,82 voor verschotten (inclusief € 618,00 griffierecht beslagrekest) en € 2.580,00 voor salaris advocaat (1 rekest x € 2.580,00).
2.4.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 113,18
- griffierecht 3.276,00
- salaris advocaat
2.580,00(1,0 punt × tarief € 2.580,00)
Totaal € 5.969,18

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagden sub 1, 2 en 3 hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan eiseres te betalen een bedrag van € 214.230,48 (tweehonderdveertienduizendtweehonderddertig euro en achtenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 5 juli 2017 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagden sub 4, 5 en 6 hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan eiseres te betalen een bedrag van € 214.230,48 (tweehonderdveertienduizendtweehonderddertig euro en achtenveertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 20 juli 2017 tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt gedaagden sub 1, 2 en 3 hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan eiseres te betalen de buitengerechtelijke kosten van € 3.443,84,
3.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de beslagkosten, tot op heden begroot op € 11.680,82,
3.5.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 5.969,18,
3.6.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00
aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagden niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis hebben voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
3.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
3.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.H. Broesterhuizen en in het openbaar uitgesproken op 27 december 2017. [1]

Voetnoten

1.type: AAK