Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het verzoek tot verbetering
2.De beoordeling
3.De beslissing
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
904,00(2,0 punten × tarief € 452,00)
Rechtbank Amsterdam
Op 8 november 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam een herstelvonnis gewezen in de zaak tussen JOMO B.V. en de vereniging VVE. JOMO B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. B.H.M. Karens, had de rechtbank verzocht om verbetering van een eerder vonnis van 11 oktober 2017. Dit verzoek was ingediend omdat de kosten ten aanzien van het griffierecht, zoals vermeld in rechtsoverweging 4.6 van het eerdere vonnis, niet correct waren. JOMO B.V. is een rechtspersoon en de rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig te herstellen was. De VVE, de gedaagde partij, heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om op het verzoek te reageren.
In het herstelvonnis heeft de rechtbank de kostenveroordeling aangepast. De kosten aan de zijde van JOMO B.V. zijn verhoogd van € 1.067,60 naar € 1.606,60. Dit bedrag is te vermeerderen met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 van het Burgerlijk Wetboek, vanaf veertien dagen na de uitspraak tot aan de voldoening. De rechtbank heeft bepaald dat deze verbetering op de minuut van het eerdere vonnis moet worden vermeld, en heeft partijen gelast om de ontvangen afschriften van het eerdere vonnis te retourneren aan de griffie.
Dit vonnis is uitgesproken door mr. T.H. van Voorst Vader, rechter, en mr. N.M. Meijler, griffier, in het openbaar op 8 november 2017.