Op 16 augustus 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van meerdere feiten, waaronder diefstal van goederen en elektriciteit, en kraken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 19 april 2017 samen met een medeverdachte in een woning in Amstelveen werd aangetroffen, waarvan het gebruik door de rechthebbende was beëindigd. De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was voor de diefstal van goederen en elektriciteit. De verdachte werd vrijgesproken van deze beschuldigingen. Echter, de rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het wederrechtelijk vertoeven in de woning, wat onder de definitie van kraken valt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, waarbij de ISD-maatregel niet werd opgelegd, omdat de omstandigheden van de zaak dat niet rechtvaardigden. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf.