Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
- [naam kind 1] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2000;
- [naam kind 2] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2002.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man en een vrouw over de wijziging van een zorgregeling voor hun kinderen. De man verzocht om de zorgregeling te wijzigen, zodat de kinderen om de week bij hem en de vrouw zouden verblijven, met als wisseldag vrijdagmiddag na school. Hij stelde dat de huidige regeling te onrustig was en dat er meer stabiliteit nodig was, vooral voor zijn op te richten bedrijf. De vrouw verweerde zich tegen dit verzoek en stelde dat de kinderen gewend zijn aan de huidige regeling, die sinds 2009 van kracht is. De kinderen gaven schriftelijk aan niet door de kinderrechter gehoord te willen worden en waren voorstander van handhaving van de huidige regeling, waarbij zij op donderdag en vrijdag bij de man zijn.
De rechtbank heeft de verzoeken van de man beoordeeld en geconcludeerd dat de huidige zorgregeling in het belang van de kinderen is. De rechtbank heeft meegewogen dat de kinderen al geruime tijd aan deze regeling gewend zijn en dat er geen overtuigende redenen zijn om deze te wijzigen. De vrouw werkt op donderdag en vrijdag, waardoor zij op die dagen nauwelijks met de kinderen kan zijn. De rechtbank heeft ook de belangen van de kinderen in overweging genomen en vastgesteld dat er geen noodzaak is voor wijziging van de regeling. Het verzoek van de man om de kinderbijdrage te verlagen naar nihil werd toegewezen, omdat de vrouw zich daartegen niet had verweerd. De rechtbank heeft de verdeling van de schoolvakanties vastgesteld, waarbij de kinderen in de zomervakantie de middelste drie weken aaneengesloten bij de man zullen zijn. Het verzoek van de man om de vrouw te bevelen de kinderen een huissleutel te geven, werd afgewezen. De rechtbank heeft geen partij in de proceskosten veroordeeld, gezien de aard van de procedure.