ECLI:NL:RBAMS:2017:10407
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak tegen verzoekster wegens gebrek aan concrete feiten en omstandigheden
Op 3 oktober 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van verzoekster, die zich tegen de rechters in haar strafzaak wilde keren. Het verzoek tot wraking werd afgewezen omdat verzoekster geen concrete feiten of omstandigheden had aangedragen die de vrees voor vooringenomenheid van de rechters objectief gerechtvaardigd zouden maken. De rechtbank oordeelde dat de verwijten die verzoekster had geuit, voornamelijk gebaseerd waren op vermoedens en aannames, en niet op feitelijke onderbouwing. De rechtbank benadrukte dat een wraking alleen mogelijk is op basis van concrete feiten die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken. De gronden van het verzoek waren te speculatief en niet feitelijk onderbouwd, waardoor het verzoek als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Bovendien werd gesteld dat een wraking niet kan worden gebaseerd op een grond die op de gehele rechtbank betrekking heeft. De rechtbank besloot dat verdere wrakingsverzoeken van verzoekster in deze strafzaken niet in behandeling zullen worden genomen, gezien de aard en inhoud van de ingediende verzoeken. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.