ECLI:NL:RBAMS:2017:10404
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek in strafzaak met ernstige bezwaren tegen verzoekers
In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 6 december 2017 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van verzoekers, die betrokken zijn bij een strafzaak waarin zij verdacht worden van levensberoving. De wrakingsverzoeken zijn ingediend naar aanleiding van de beslissing van de meervoudige kamer van 26 september 2017, waarin het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis werd afgewezen. Verzoekers voerden aan dat de rechters in hun motivering van de afwijzing niet voldoende hadden onderbouwd waarom de ernstige bezwaren tegen hen nog steeds aanwezig waren. Dit zou hebben geleid tot de indruk van partijdigheid en vooringenomenheid bij de rechters.
De wrakingskamer heeft de verzoeken tot wraking beoordeeld en geconcludeerd dat er geen objectieve gronden zijn voor de vrees dat de rechters partijdig zouden zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de motivering van de beslissing op de voorlopige hechtenis summier was, maar dat dit niet automatisch leidt tot de conclusie dat de rechters niet onpartijdig waren. De wrakingskamer heeft benadrukt dat de beslissing van de rechters in samenhang met eerdere beslissingen moet worden bezien en dat er geen sprake is van een voorschot op de bewijswaardering.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de wrakingsverzoeken afgewezen, waarbij zij oordeelde dat de rechters hun beslissing op een zorgvuldige manier hebben genomen en dat er geen reden was om aan hun onpartijdigheid te twijfelen. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is definitief, aangezien er geen voorziening openstaat tegen deze beslissing.