ECLI:NL:RBAMS:2017:10402
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van een bestuursrechter na einduitspraak
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 juli 2017 uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. B.C. Langendoen, een bestuursrechter. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 23 juni 2017, maar de rechtbank verklaarde het verzoek niet-ontvankelijk omdat het was gedaan na de einduitspraak in de betreffende procedure. De verzoeker had eerder een incident aangevoerd tijdens een zitting, waarbij hij twijfels had geuit over de onpartijdigheid van de rechter. Hij was van mening dat de rechter partijdig was en zijn collega’s bij het kantongerecht in bescherming nam. De rechtbank oordeelde dat volgens artikel 8:16 van de Algemene Wet bestuursrecht (Awb) een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend zolang de rechter nog een zaak van de verzoeker in behandeling heeft. Aangezien de rechter in de zaak al definitief had beslist, was het wrakingsverzoek niet meer ontvankelijk. De rechtbank benadrukte dat het recht op hoor en wederhoor in dit geval niet van toepassing was, omdat het verzoek niet-ontvankelijk werd verklaard zonder verdere behandeling. De beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechtbank concludeerde dat er geen rechtsmiddel openstond tegen deze beslissing.