Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechterkort geding
[eiseres] ,
de besloten vennootschap ING BANK PERSONEEL B.V.,
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
€ 5.331,99 bruto per maand, vermeerderd met emolumenten.
Ik heb aan [naam 2] reeds aangegeven dat ik met mijn juridische achtergrond naar een meer juridische functie wil. Tijdens de beginfase van Preventieve Mobiliteit heb ik in mijn ABC-keuze ook aangegeven voor B te kiezen, dat wil zeggen: richten op andere werkzaamheden binnen ING. Ik vind dat ING mij die mogelijkheid behoort te gunnen nu het werken bij FO&A weinig goeds lijkt te bieden. Mijn mogelijkheden worden alleen dan geoptimaliseerd indien ik gebruik kan maken van mijn voorrangspositie bij vacatures en dat kan alleen indien ik boventallig zal worden en dus niet geplaatst word.”
Daarbij concludeer ik dat ik op grond van de onderstaande punten boventallig dien te worden verklaard omdat:
Helaas is het ons niet gelukt om in het mediationtraject tot een oplossing te komen voor de ontstane situatie. Dit maakt dat we niet anders kunnen dan hervatting van je werkzaamheden binnen Verdiepend Onderzoek. Ik begrijp goed dat dit niet de oplossing is die jij voor ogen hebt. Ik ben dan ook bereid om je hervatting zoveel mogelijk te faciliteren. Omdat we tijdens het gesprek van zonet geen concrete afspraken hebben gemaakt voor de komende periode mail ik je dat ik je aanstaande dinsdagmorgen om 9 uur op kantoor [naam kantoor] verwacht. (…) Mocht je om jouw moverende redenen niet bereid zijn om je werkzaamheden te hervatten dan rest mij niets anders HR te verzoeken om vanaf dinsdag je salaris aan te passen in verband met de niet gewerkte uren. (..)”
Wederom met verbazing heb ik kennis genomen van jouw e-mail van gisteren, waarin je mij ondanks het niet opgeloste conflict oproept voor werkzaamheden op jouw afdeling en zelfs dreigt met stopzetting van loonbetaling. Deze mail heb ik nog geen twee uur na de mediation – en nog voor de formele beëindiging daarvan – ontvangen en bevestigt voor mij nog eens dat ik mij door jou niet serieus genomen voel. (…) Het is dus niet zo dat ik niet bereid ben om mijn werk op de afdeling te hervatten, maar ik dit gewoon niet kan. (..)”
Vordering
Verweer
Beoordeling
BESLISSING
€ 5.331,99 bruto per maand vanaf 18 april 2017, vermeerderd met de wettelijke verhoging tot een maximum van 25%, alsmede vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf het opeisbaar worden van deze bedragen tot aan de voldoening;