Op 27 december 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1969 en gedetineerd. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. C. Staal, en de verdediging door mr. C.M. Peeperkorn. De verdachte is beschuldigd van woninginbraak en meerdere winkeldiefstallen, gepleegd in december 2016 en januari 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen. De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten, met uitzondering van enkele onderdelen van de tenlastelegging. De rechtbank heeft de bewezenverklaring gebaseerd op de aangifte en de verklaring van de verdachte.
De rechtbank heeft de strafbaarheid van de feiten vastgesteld en geoordeeld dat er geen rechtvaardigingsgronden zijn. De officier van justitie heeft een ISD-maatregel van twee jaar gevorderd, terwijl de verdediging om een jaar heeft verzocht. De rechtbank heeft de ISD-maatregel opgelegd, gezien de recidive en de ernst van de feiten. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte gelast en de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.