ECLI:NL:RBAMS:2017:10111

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2017
Publicatiedatum
12 januari 2018
Zaaknummer
13/128292-02
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar onder gewijzigde voorwaarden met betrekking tot middelengebruik

Op 5 oktober 2017 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/128292-02, waarin de officier van justitie een vordering heeft ingediend tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van de betrokkene. De betrokkene, geboren in 1975 en thans verpleegd in een kliniek, was eerder ter beschikking gesteld bij vonnis van 25 juni 2003. De laatste verlenging van de terbeschikkingstelling vond plaats op 24 november 2016 voor de duur van één jaar. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie beoordeeld, waarbij de reclassering en deskundigen zijn gehoord. De reclassering heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, met inachtneming van voorwaarden, waaronder het verbod op middelengebruik, dat onder bepaalde voorwaarden kan worden herzien. De deskundige heeft bevestigd dat de betrokkene positieve stappen heeft gemaakt in zijn behandeling en dat de recidive risico's als laag tot matig kunnen worden ingeschat. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd, en heeft de voorwaarden aangepast zodat de betrokkene onder begeleiding alcohol kan nuttigen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar verlengd, onder de gewijzigde voorwaarden.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/128292-02
BESCHIKKING
op de op 15 augustus 2017 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam d.d. 15 augustus 2017 in de zaak tegen:

[veroordeelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1975,
thans verpleegd in [kliniek] ,
die bij vonnis van deze rechtbank d.d. 25 juni 2003 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beschikking van deze rechtbank d.d. 24 november 2016 voor de tijd van één jaar werd verlengd.
Bij beschikking van 20 januari 2016 is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd onder de in die beschikking genoemde voorwaarden, welke beschikking bij beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 4 mei 2016 is bevestigd.
De inhoud van de vordering
De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling (met voorwaarden) met één jaar.
De procesgang
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 20 juli 2017 op grond van artikel 509o, derde lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van Reclassering Nederland, strekkende tot verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging met één jaar, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • het op 22 juni 2017 op grond van artikel 509o, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte Pro Justitia-rapport van de psychiater M.M. Sprock, niet verbonden aan de inrichting waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met één jaar;
  • het voortgangsverslag toezicht aan opdrachtgever van 12 april 2017.
De rechtbank heeft op 5 oktober 2017 de officier van justitie mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en diens raadsman mr. R. Lonterman, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige de heer W.J.S. Stet, verbonden aan Reclassering Nederland Advies&Toezicht 2 Noord West, in openbare raadkamer gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De beoordeling
Aan genoemd advies van
Reclassering Nederlandvan 20 juli 2017 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft duidelijkheid, voorspelbaarheid en structuur nodig, anders verliest hij het overzicht en kan hij sociale situaties onvoldoende inschatten. Hij raakt dan gestresseerd en kan impulsief reageren. In de [kliniek] is gewerkt aan het creëren van voorspelbaarheid en duidelijkheid en het sterken van zijn draagkracht en bewustwording van de draaglast. Binnen de huidige behandel- en begeleidingsstructuur heeft betrokkene positieve stappen gemaakt en zich aan de gemaakte afspraken gehouden. In het komende jaar zal betrokkene uitstromen naar een verdienwoning en zal de behandeling en begeleiding binnen de forensische ambulante zorg kunnen worden voortgezet.
Binnen de huidige behandelstructuur kunnen de recidive risico’s worden ingeschat als laag tot matig. Vooral de historische gegevens drukken nog zwaar op de recidive inschattingsinstrumenten. De overgang naar meer zelfstandigheid biedt voor betrokkene een positief vooruitzicht, maar zal hem ook voor nieuwe situaties stellen. Die kunnen hem wellicht de nodige spanningen en teleurstelling geven.
Advies
Geadviseerd wordt de tbs met voorwaarden te verlengen met één jaar, met inachtneming van de genoemde algemene en bijzondere voorwaarden.
De deskundige heeft dit advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. De deskundige Stet heeft geadviseerd de voorwaarde met betrekking tot het verbod op verdovende middelen te herformuleren om betrokkene zo toe te staan in overleg met de Reclassering alcohol te nuttigen.
Aan genoemd
psychiatrisch rapport van 22 juni 2017van Pro Justitia wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft een ziekelijke stoornis in de vorm van een autismespectrumstoornis, een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis in remissie en een stoornis in cannabisgebruik, licht tot matig, in gedwongen remissie. Voor het vervolg van de behandeling zal moeten worden ingezet op extern risicomanagement. Hierbij is een eigen woning in een rustige omgeving met begeleiding op afstand die een oogje in het zeil houdt van belang. Ook passend werk, waaruit betrokkene een inkomen kan genereren is van belang. Tevens heeft hij hulp nodig bij het onderzoeken hoe realistisch het is om zijn droom, een eigen meubelmakerij, te verwezenlijken. Er moet bespreekbaar worden gemaakt hoe hij invulling geeft aan zijn vaderrol en hoe een volwaardige partnerrelatie er uit ziet. Om dit te verwezenlijken wordt verlenging van de tbs voor de duur van één jaar geadviseerd. Dat jaar moet gebruikt worden om een passende woonplek te vinden, passende dag- en vrijetijdsbesteding te realiseren, een sociaal netwerk in de woonomgeving op te bouwen, zicht te krijgen op financieel beheer en mogelijk begeleiding bij het aangaan van een partnerrelatie.
Gelet op voormeld advies, het verhandelde in raadkamer en artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd.
De rechtbank overweegt dat de terbeschikkinggestelde komend jaar zelfstandig zal gaan wonen en zijn leven buiten de kliniek vorm gaat geven. De terbeschikkinggestelde heeft aangegeven dat hij zo nu en dan graag een glas alcohol zou willen nuttigen met name bij sociale gebeurtenissen zoals de viering van een verjaardag. De deskundige Stet heeft ter zitting geadviseerd de voorwaarde met betrekking tot het verbod op verdovende middelen te herformuleren om betrokkene toe te staan in overleg met de Reclassering alcohol te nuttigen. De terbeschikkinggestelde kan op die manier, onder begeleiding, onderzoeken hoe hij op alcohol reageert en hoe hij daarmee moet omgaan.
Beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[veroordeelde]voornoemd met één jaar onder de huidige voorwaarden. De rechtbank
wijzigt voorwaarde 16in die zin dat deze komt te luiden:
- Betrokkene onthoudt zich van middelengebruik. Indien en voor zover de reclassering het goed vindt is het betrokkene toegestaan alcohol te nuttigen; betrokkene moet hierover openheid geven aan de reclassering. Hij laat zich op middelengebruik controleren via urine- en blaascontroles. Bij een terugval in middelengebruik werkt hij, indien door de reclassering gewenst, mee aan behandeling gericht op middelengebruik.
Deze beschikking is gegeven in openbare raadkamer van deze rechtbank door
mr. P.L.C.M. Ficq, voorzitter,
mrs. R.A. Overbosch, M.R. Jöbsis, rechters,
mrs. C.A.C. Schaap en E. Bouwhuis, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 oktober 2017.