ECLI:NL:RBAMS:2017:10109

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2017
Publicatiedatum
12 januari 2018
Zaaknummer
13/656680-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 oktober 2017 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling (TBS) van een terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1985, is sinds 27 juni 2013 ter beschikking gesteld en verblijft momenteel in een forensisch psychiatrische kliniek. De vordering van de officier van justitie is gebaseerd op de noodzaak om de behandeling van de terbeschikkinggestelde voort te zetten, gezien zijn ernstige verslavingsproblematiek en antisociale persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw, de officier van justitie en een deskundige in openbare raadkamer gehoord. De deskundigen hebben geadviseerd om de TBS met dwangverpleging met twee jaar te verlengen, gezien het recidivegevaar en de noodzaak voor verdere behandeling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, waarbij zij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen als belangrijke overwegingen heeft genoemd. De rechtbank benadrukt dat de motivatie van de terbeschikkinggestelde voor behandeling en resocialisatie niet afhankelijk mag zijn van de beslissing van de rechtbank, maar uit hemzelf moet komen.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13/656680-12
BESCHIKKING
op de op 15 augustus 2017 ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam d.d. 15 augustus 2017 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
thans verpleegd in de [naan kliniek te plaats] ,
die bij vonnis van deze rechtbank d.d. 27 juni 2013 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beschikking van deze rechtbank d.d. 8 oktober 2015 voor de tijd van twee jaren werd verlengd.
De inhoud van de vordering
De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaren.
De procesgang
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 18 juli 2017 op grond van artikel 509o, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaren, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op 15 juli 2017 en 13 juli 2017 op grond van artikel 509o, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte rapporten van klinisch psycholoog L.M.L. Thung en de psychiater H.T.J. Boerboom, beiden niet verbonden aan de inrichting waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaren.
De rechtbank heeft op 5 oktober 2017 de officier van justitie mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw mr. Y. Karga, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige J.A. Thomsen, verbonden aan de [naam kliniek] , in openbare raadkamer gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.
De beoordeling
Aan genoemd
advies van de [naam kliniek] van 18 juli 2017wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een beneden gemiddeld intelligente man bij wie een antisociale persoonlijkheidsstoornis met borderline trekken is geconstateerd. Daarnaast is sprake van ernstige verslavingsproblematiek. Hier valt te denken aan afhankelijkheid van verschillende middelen (onder andere cocaïne, cannabis, alcohol en amfetamine), evenals pathologisch gokken. Betrokkene voldoet tevens aan de kenmerken voor ADD.
Verloop huidige FPC
Betrokkene verblijft sinds 16 december 2013 in FPC [naam kliniek] . Betrokkene maakt stappen binnen psychotherapie en hij werkt mee aan onder andere het opstellen van een delictanalyse, delictketen en terugvalpreventieplan. Ook stelt hij met mentoren een vroegsignalering op die hij wekelijks bespreekt. In mentorgesprekken bespreekt hij zucht en betrouwbaarheid. Op 16 december 2015 is er sprake van een terugval in cocaïne. In gesprek met de psychotherapeut geeft betrokkene aan dat hij tweemaal harddrugs gebruikt heeft en hij geeft ook aan dat hij softdrugs in bezit heeft welke hij inlevert. Betrokkene zegt dat hij softdrugs gekocht had met de intentie om het door te verkopen, juist omdat men hem verdenkt van drugshandel. Hij zegt hiermee te stoppen.
In april/mei 2016 is er sprake van een forse terugval in drugsgebruik, waarbij betrokkene in korte tijd cannabis, cocaïne en speed gebruikt. Bij een kamercontrole komen aanwijzingen naar voren van eventuele handel in middelen. Tijdens zijn afzonderingsperiode is er eenmalig (30 mei) sprake van fors verbaal dreigend gedrag, nadat hem is gezegd dat er nog niet meer duidelijkheid is over het vervolg (duur van de afzondering). Dit alles tezamen maakt dat uiteindelijk besloten is dat betrokkene zijn behandeling op Behandeling 4 niet kon voortzetten.
Uiteindelijk wordt hij in juli 2016 teruggeplaatst naar de opname afdeling om te onderzoeken of er een nieuwe behandelpoging in de huidige kliniek gedaan kan worden, of dat toegewerkt gaat worden naar overplaatsing naar een andere kliniek. Er is gekozen om betrokkene binnen de huidige kliniek deze kans te bieden omdat hij ondanks bovenstaande voorvallen ook vooruitgang heeft geboekt binnen onder andere psychotherapie. Binnen psychotherapie is betrokkene tot meer zelfinzicht gekomen en heeft hij meer grip gekregen op zijn angstklachten. Ook is middels EMDR gewerkt aan zuchtreductie.
Momenteel zit betrokkene in de eerste fase van zijn onbegeleid verlofopbouw. De verloven verlopen goed. Wel komt naar voren dat betrokkene regelmatig zoekt naar uitzonderingen of de geldende regels probeert te omzeilen. Betrokkene heeft een intakegesprek gehad voor werken buiten de kliniek, bij [naam bedrijf] te [plaats] . Betrokkene is hier vanaf juli 2017 gestart met diverse werkzaamheden om collega’s en het bedrijf te leren kennen, om vervolgens een plan te gaan maken voor een leer-werktraject.
Recidivegevaar
Bij voorwaardelijke beëindiging van de TBS wordt het recidiverisico als hoog ingeschat. Betrokkene heeft zich nog onvoldoende alternatieve copingsvaardigheden eigen gemaakt die hij kan inzetten om op adequate wijze met stressoren om te gaan. Nu zonder de geboden structuur en begeleiding terugkeren in de samenleving, vergroot de kans dat betrokkene als gevolg van oplopende stress een inadequate coping toepast, welke bij hem zal leiden tot drugsgebruik. Gevolgd door gewelddadig gedrag voor financiering van het gebruik.
Koers en Prognose
Het uitstroomdoel van betrokkene is, op basis van het huidig functioneren, uiteindelijk zelfstandig begeleid wonen. Informatie vanuit onbegeleid verlof zal gebruikt worden voor verdere invulling van uitstroomdoelen. De verwachting is dat met betrokkene de koninklijke route gevolgd kan worden via onbegeleid-transmuraal-proefverlof. Gezien de afgelopen periode is het tijdspad nog onduidelijk. De verwachting is dat betrokkene in de komende periode de overstap kan maken naar een resocialisatieafdeling, mits onbegeleid verlof naar wens verloopt. Van daaruit kan vervolgens een passende vervolgvoorziening gezocht worden. Het resocialisatietraject zal naar verwachting de duur van twee jaar overstijgen.
Advies
Geadviseerd wordt de tbs met dwangverpleging met twee jaar te verlengen.
De deskundige heeft dit advies ter zitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld.
Aan genoemd
psychiatrisch rapport van 13 juli 2017wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Betrokkene zit momenteel in een goede periode waarin hij middelen op afstand kan houden, positief bezig is met de behandeling en zijn resocialisatie. Hij heeft probleembesef en -inzicht en kan cognitief reflecteren op zijn gedrag, de consequenties daarvan, risicofactoren en delictdynamiek. Echter is de identiteit van betrokkene diffuus en heeft hij ook nog in de tbs periodes gehad waarin de primitieve coping die hij voor de tbs hanteerde, weer naar voren kwam. Het is voor betrokkene de eerste keer in zijn leven dat hij een kans maakt op een normaal leven, maar het is niet onwaarschijnlijk dat hij nogmaals in oud gedrag zal terugvallen, zeker nu de resocialisatie verder zal worden doorgezet en hij minder structuur en begeleiding krijgt. Derhalve is in de huidige setting (met begeleiding en structuur) de kans op recidive van de indexdelicten laag, maar zonder deze factoren en zonder tbs-kader nog matig tot hoog. Geadviseerd wordt de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaar.
Aan genoemd
psychologisch rapport van 15 juli 2017wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Betrokkene heeft stappen gemaakt in het aanleren van vaardigheden om de persoonlijkheidspathologie en zijn verslavingsgevoeligheid te hanteren, maar hij is nog niet in staat dit toe te passen op zijn gedrag. Op dit punt heeft hij zeker nog een weg te gaan. Zijn negatieve zelfbeeld, diffuse identiteit en lage frustratietolerantie werken affectlabiliteit in de hand. Emoties, stemmingswisselingen en spanningen zijn een voedingsbodem voor zijn zucht naar prikkels (drugs, seksuele bevrediging, gokken). In combinatie met zijn wankele motivatie om zich structureel van drugs te onthouden en de beïnvloedbaarheid in contacten, zijn al deze aspecten belangrijke triggers voor terugval in drugs. De kans dat hij, op zichzelf teruggeworpen, onder invloed van stress zijn middelenmisbruik hervat, met het risico op maatschappelijke teloorgang, en dat hij vervolgens overgaat tot criminele activiteiten en gewelddadig gedrag is aanzienlijk, zeker in aanmerking genomen dat hij nog geen opleiding heeft voltooid en over een beperkt netwerk beschikt. Geadviseerd wordt de tbs-maatregel te verlengen met twee jaar.
Gelet op voormeld advies, het verhandelde in raadkamer en artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren wordt verlengd.
De rechtbank ziet gelet op het voorgaande anders dan de raadsvrouw geen aanleiding de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen. Verwacht wordt dat de behandeling nog minimaal twee jaar zal duren. De motivatie van de terbeschikkinggestelde om zich verder te laten behandelen en te resocialiseren moet niet afhangen van de beslissing van de rechtbank, maar moet uit de terbeschikkinggestelde zelf komen.
Beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging van
[terbeschikkinggestelde]voornoemd met twee jaren.
Deze beschikking is gegeven in openbare raadkamer van deze rechtbank door
mr. P.L.C.M. Ficq, voorzitter,
mrs. R.A. Overbosch en M.R. Jöbsis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E. Bouwhuis, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 oktober 2017.