ECLI:NL:RBAMS:2016:9966

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 april 2016
Publicatiedatum
1 mei 2018
Zaaknummer
C/13/580019 / HA ZA 15-92
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van vissersschip voor schade door kabelbreuk in de Noordzee

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de aansprakelijkheid van een vissersschip, de [naam 5], voor schade als gevolg van een kabelbreuk in de Noordzee aan de orde. De eisers, bestaande uit drie natuurlijke personen en een commanditaire vennootschap, vorderden bij vonnis te verklaren dat zij niet aansprakelijk zijn voor de schade die is ontstaan door de kabelbreuk op 16 september 2014. De gedaagde partij, Interoute Managed Services Netherlands B.V., stelde dat de kabelbreuk was veroorzaakt door visserijactiviteiten van de [naam 5]. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kabel zich binnen een zone van 120 meter op de aangegeven locatie bevond en dat de [naam 5] op het moment van de kabelbreuk over het kabeltracé voer. Interoute had de schade aan de kabel gerepareerd en vorderde schadevergoeding van de eisers. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de kabelbreuk was veroorzaakt door de visserijactiviteiten van de [naam 5]. De rechtbank wees de vordering van de eisers af en verklaarde hen hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die Interoute had geleden. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van Interoute toegewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/580019 / HA ZA 15-92
Vonnis van 6 april 2016
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiser 3],
wonende te [woonplaats] ,
4. de commanditaire vennootschap
[naam 4],
gevestigd te [plaats] ,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INTEROUTE MANAGED SERVICES NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. W.J.L. de Clerck te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eisers] en Interoute genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 30 oktober 2014, met één productie
  • de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties
  • het tussenvonnis van 19 augustus 2015
  • het proces-verbaal van de op 8 december 2015 gehouden comparitie van partijen, met de daarin genoemde processtukken en proceshandelingen.
  • de brief van mr. De Clerck van 15 december 2015, inhoudende een reactie op het proces-verbaal
  • een bericht op de rol van 30 december 2015 van mr. Van der Houwen van Oordt, inhoudende een reactie op het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers] is eigenaar van de viskotter [nummer] , genaamd de [naam 5] .
2.2.
Interoute beheert het kabelnetwerk Concerto, bestaande uit een aantal onderzeese kabels tussen het Verenigd Koninkrijk, Nederland en België. Uit hoofde van haar functie houdt Interoute toezicht op het functioneren van het kabelnetwerk door periodieke geautomatiseerde controles op het signaalverlies in de kabels. De Concerto North-kabel (hierna: de kabel) ligt tussen Leicester (Verenigd Koninkrijk) en Zandvoort.
2.3.
De locatie van kabelnetwerken wordt op nautische kaarten aangegeven. Blijkens een overgelegde ‘British Admiralty chart 1613’ van 13 juni 2013, de ten tijde van het hierna te noemen incident geldende kaart, bevindt de kabel zich binnen een zone van 120 meter breed op de daarop aangegeven locatie.
2.4.
Het testrapport van de kabel vermeldt op 16 september 2014 om 0:40 uur UTC voor het eerst dat het signaalverlies in de kabel niet meer meetbaar is. Die melding houdt blijkens het testrapport op die dag aan, behoudens incidenteel om 02:05, 03:26, 05:27 en 06:48 uur UTC met de melding ‘critical’.
2.5.
Interoute heeft vervolgens zogenaamde ‘fiber teams’ ingeschakeld om een onderzoek naar een eventuele beschadiging van de kabel te doen, namelijk Advance Telecom en Eljes Infra. Analyses van deze firma’s wijzen uit dat de bewuste beschadiging aan de kabel zich op 123,5 km van het station in Zandvoort en 90,5 km van het station in Leiston (Verenigd Koninkrijk) bevindt.
2.6.
In opdracht van Interoute heeft Orange Marine de schade aan de kabel gerepareerd. Orange Marine concludeert in haar rapport van 26 januari 2015 dat de kabelbreuk zich heeft voorgedaan op de coördinaten 52.21120 NB 2.49677 OL en is ontstaan door visserijactiviteiten.
2.7.
Blijkens door Interoute overgelegde uitdraaien van het systeem van Ultra-map (hierna ook: plots) is de [naam 5] tussen 23:20 uur UTC op 15 september 2014 en 01:05 uur UTC op 16 september 2014 tweemaal over het kabeltracé gevaren. Op 16 september 2014 om 23:29 uur UTC is de [naam 5] net over het kabeltracé gevaren en bevond het zich op de coördinaten 52.22372 NB 2.49479 OL. Op 15 september 2014 om 23:55 uur UTC, 45 minuten voor de hiervoor genoemde foutmelding van de kabel, bevond de [naam 5] zich op de coördinaten 52.23982 NB 2.49738 OL), was net omgekeerd en koerste weer zuidwaarts in de richting van de kabel.
2.8.
Bij brief van 17 oktober 2014 heeft Interoute [eisers] aansprakelijk gesteld voor de door de kabelbreuk ontstane schade.
2.9.
Voor de reparatie van de kabelbreuk heeft Interoute gefactureerd gekregen:
  • een factuur van 2 december 2014 van Orange Marine van USD 554.222,62;
  • een factuur van 1 oktober 2014 van Eljes Infra van € 11.408,49;
  • facturen van Networks van in totaal € 52.761,81, bestaande uit:
- een factuur van Global Marine van 21 oktober 2014 van € 26.272,04;
- een factuur van Advance Telecom van 10 oktober 2014 van € 11.830,83;
- een factuur van Sealine Marine Services van 2 oktober 2014 van € 14.658,94;
- een factuur van 31 juli 2015 van Communications van € 40.237,50.
2.10.
[eiser 2] , gedaagde sub 2, heeft op 17 november 2015 schriftelijk verklaard, voor zover hier relevant:
“Op 16 september 2014 was ik schipper aan boord van de (…) [naam 5] . (…)
Wij zijn op 15 september 2014 omstreeks 04.30 uur uitgevaren met bestemming visgronden. Wij zijn om ongeveer 08.00 uur begonnen met vissen. (…) Gedurende deze visweek zijn er geen bijzonderheden voorgevallen. (…) Wanneer wij een kabel hadden geraakt dan hadden we dat zeker gemerkt. Ook het Marelec-systeem heeft geen alarm gegeven. Dit Marelec-systeem laat de vislijn vieren en stopt de voortstuwing wanneer het vistuig weerstand ondervindt. Het blijven steken van het vistuig achter een onderzeese kabel kan hoe dan ook niet opgemerkt blijven. Ook is aan het vistuig geen schade geconstateerd. (…)”

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eisers] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, voor recht te verklaren dat hij niet aansprakelijk is voor schade verband houdende met het incident van 16 september 2014 en dat hij niet gehouden is om ter zake van dit voorval enige schadevergoeding aan Interoute te betalen, met veroordeling van Interoute in de kosten van het geding.
in reconventie
3.2.
Interoute vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. hoofdelijke veroordeling van [eisers] tot betaling van:
i. USD 554.222,62 ter zake van de factuur van Orange Marine;
ii. € 11.408,49 ter zake van de factuur van Eljes Infra;
iii. € 52.761,81 ter zake van de factuur van Networks;
iv. € 40.237,50 ter zake van de factuur van Communications,
een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 december 2014, dan wel
5 augustus 2015;
2. voor recht te verklaren dat [eisers] hoofdelijk aansprakelijk is voor alle vermogensschade die Interoute nog zal blijken te hebben geleden en/of zal lijden als gevolg van de beschadiging aan de kabel;
3. veroordeling van [eisers] in de kosten van het geding, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
in conventie en in reconventie
3.3.
[eisers] stelt in conventie en voert aan in reconventie - samengevat - het volgende. Uit het testrapport volgt niet dat het signaal op 16 september 2014 om 00:40 uur UTC is weggevallen, maar hoogstens dat er toen geen signaal was. Blijkens het testrapport was het signaal op latere tijdstippen echter wel meetbaar, hetgeen in strijd is met de gestelde kabelbreuk. Verder onderbouwt Orange Marine in haar rapport niet waarom volgens haar de kabelbreuk door visserijactiviteiten zou zijn veroorzaakt.
[eisers] heeft voorts aangevoerd dat er kennelijk twee breuken waren aangezien er twee rode kruizen op de plots zijn ingetekend en dat zich meerdere vissersschepen in de buurt van de kabel bevonden, zoals blijkt uit plot 19F, waarop te zien is dat het schip Mareta ook over de kabel heeft gevaren. Het vistuig van de [naam 5] is uitgerust met het zogenaamde Marelec-systeem, een veiligheidssysteem dat ervoor zorgt dat de vislijnen onmiddellijk worden gevierd indien het vistuig onverhoopt achter een blootliggend obstakel op de zeebodem blijft steken, het vermogen automatisch van de schroef gaat en er een alarm afgaat. Aangezien het Marelec-systeem niet in actie is gekomen, is er geen sprake van aanraking van het vistuig met de kabel. [eisers] verwijst hiertoe naar de verklaring van de schipper van de [naam 5] (zie hiervoor onder 2.10.). Bovendien was de kabel al beschadigd vóór 16 september 2014 te 00:40 uur UTC, aangezien op plot 19 B van 15 september 2014 om 23:29 uur UTC de kabelschade al is aangegeven. Aldus steeds [eisers] .
3.4.
Interoute beroept zich in reconventie primair op schadevaring in de zin van artikel 8:541 BW en stelt daartoe het volgende. Gelet op de route die het zeeschip de [naam 5] heeft gevaren, het tijdstip waarop het schip over de kabel voer, het tijdstip waarop de systemen van Interoute een probleem in de kabel signaleerden, de coördinaten van de kabelbreuk en de afwezigheid van andere bewegende vissersschepen op dan wel in de directe omgeving van die coördinaten, alsmede de geconstateerde schade aan de kabel, staat vast dat er sprake was van een aanraking tussen het vistuig van de [naam 5] en de kabel en dat die aanraking tot de onderhavige schade heeft geleid. Interoute heeft ter onderbouwing van haar stellingen verwezen naar de door haar overgelegde nautische kaart, het testrapport van 16 september 2014, het rapport van Orange Marine en de uitdraaien van het systeem van Ultra-map (zie hiervoor onder 2.3., 2.4., 2.6. en 2.7.). Dit brengt mee dat [eisers] als eigenaar van de [naam 5] op grond van het wettelijk vermoeden van schuld ex artikel 8:546 BW voor deze schadevaring aansprakelijk is.
Subsidiair beroept Interoute zich op onrechtmatige daad. De schade bestaat kort gezegd uit de kosten die Interoute heeft moeten maken voor externe partijen, de kosten voor het inschakelen van personeel van Communications om de kabel te repareren en de schade die zij heeft geleden en/of nog zal lijden als gevolg van het niet-functioneren van de kabel. Aldus steeds Interoute.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
Gelet op de samenhang tussen de vordering in conventie en die in reconventie zullen beide vorderingen hierna gezamenlijk worden behandeld.
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat Nederlands recht op de onderhavige vorderingen van toepassing is.
primaire grondslag reconventionele vordering
4.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat de [naam 5] een zeeschip is in de zin van artikel 8:2 BW. Ter beoordeling staat thans of er sprake is van een schadevaring als bedoeld in artikel 8:541 BW. Anders dan [eisers] aanvoert, geldt hierbij niet als vereiste dat de aanraking moet hebben plaatsgevonden met het schip. Volgens vaste jurisprudentie is dit artikel ook van toepassing als de schade wordt veroorzaakt door een oorzaak aan boord van een schip.
4.4.
[eisers] heeft onder meer betwist dat er sprake was van één kabelbreuk en dat die breuk door visserijactiviteiten is veroorzaakt.
Daartegenover heeft Interoute erop gewezen dat Orange Marine blijkens haar rapport overige omstandigheden die de kabelbreuk zouden kunnen veroorzaken heeft onderzocht en geconcludeerd dat die zich hier niet voordeden en dat Orange Marine op basis van ervaring en deskundigheid tot de schadeoorzaak visserijactiviteiten is gekomen. Verder heeft Interoute aangevoerd dat na hertesten de locatie van de kabelbreuk is bepaald op het linkerkruis, waarvan de coördinaten overeenkomen met de door Orange Marine in haar rapport genoemde coördinaten van de kabelbreuk. Voor zover er op latere tijdstippen dan op 16 september 2014 te 00:40 uur UTC wel een signaal is gemeten, was de mate van het signaalverlies blijkens het testrapport dermate groot dat wel van een kabelbreuk sprake moest zijn. Verder heeft Interoute aangevoerd dat de locatie van de kabelschade achteraf, door middel van digitale bewerking van de tracking plot, met een rood kruis is aangegeven enkel om de locatie en niet het tijdstip van de kabelschade inzichtelijk te maken.
Het betoog van Interoute met betrekking tot de oorzaak van de kabelbreuk, dat zij heeft onderbouwd met het rapport van Orange Marine, heeft [eisers] naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gemotiveerd weerlegd, bijvoorbeeld door het zijnerzijds overleggen van een deskundigenrapport, om van een andersluidende conclusie uit te gaan. Ook heeft Interoute genoegzaam toegelicht hoe de locatie van de kabelbreuk op de plots is aangegeven. Voor zover [eisers] betoogt dat alle door Interoute overgelegde plots gemanipuleerd zijn, wordt dit betoog als onvoldoende onderbouwd verworpen.
Derhalve wordt als vaststaand aangenomen dat er sprake was van één kabelbreuk, die werd veroorzaakt door visserijactiviteiten op de in het rapport van Orange Marine genoemde coördinaten ter hoogte van het op de plots aangebrachte linker rode kruis.
4.5.
Verder heeft [eisers] aangevoerd dat op de plots meerdere vissersschepen te zien zijn, dat vanwege de technische eigenschappen van het systeem AIS niet alle schepen in de buurt van de kabelbreuk op de plots zijn aangegeven en dat blijkens plot 19 B ook het schip de Mareta over de kabel is gevaren. Hiertegenover heeft Interoute aangevoerd dat de Mareta een olietanker is, zonder visnetten, en dat zij op een andere locatie dan die van de kabelbreuk boven de kabel is gevaren. Verder heeft Interoute aangevoerd dat sommige schepen een zwak signaal uitzenden waardoor deze op het AIS systeem beperkt zichtbaar zijn en aan de hand van de plots toegelicht dat zich ten tijde van de kabelbreuk geen andere bewegende vissersschepen in de directe omgeving van de kabelbreuk bevonden. In het licht van de door Interoute overgelegde plots en de toelichting die zij daarop heeft gegeven, heeft [eisers] naar het oordeel van de rechtbank het onderbouwde betoog van Interoute dat de [naam 5] zich op 16 september 2014 als enig bewegend vissersschip in de directe nabijheid van de kabelbreuk bevond, onvoldoende gemotiveerd weerlegd en wordt hiervan uitgegaan.
4.6.
[eisers] heeft onder verwijzing naar een verklaring van [eiser 2] nog aangevoerd dat van een aanraking met het vistuig van de [naam 5] geen sprake kan zijn, nu het Marelec-systeem niet is geactiveerd. Nu de schipper echter niet specifiek verklaart over de situatie op 16 september 2014 en er overigens geen bewijsstukken zijn overgelegd, zoals het scheepslogboek of verklaringen van andere bemanningsleden, is dit in het licht van de gemotiveerde betwisting door Interoute onvoldoende bewijs van zijn stelling.
4.7.
[eisers] heeft ook nog aangevoerd dat enkel het slepen van een deel van de neus van het vistuig van de [naam 5] over de bodem gezien de sterkte van de kabel van 20 tot 800 ton nooit een breuk kan hebben veroorzaakt, en dat als dit wel het geval is, de kabel al eerder beschadigd moet zijn geweest. Interoute heeft dit gemotiveerd betwist door te verwijzen naar het testrapport, waaruit volgens haar blijkt dat de kabel voor het signaalverlies prima functioneerde en naar de foto’s in het rapport van Orange Marine waarop geen eerdere beschadiging op de onderhavige locatie te zien is. Ook heeft Interoute de gestelde kabelsterkte betwist.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft [eisers] dit verweer op zijn beurt onvoldoende
gemotiveerd weerlegd.
4.8.
Op grond van het voorgaande, in onderlinge samenhang beschouwd, is genoegzaam komen vast te staan dat er sprake was van een schadevaring tussen het vistuig van de [naam 5] en de kabel in de zin van artikel 8:541 BW. Op grond van artikel 8:546 BW is [eisers] in dat geval aansprakelijk voor de schade, tenzij blijkt dat de aanraking niet is veroorzaakt door schuld van het schip.
4.9.
[eisers] heeft in dit verband het volgende aangevoerd. De [naam 5] treft geen schuld, aangezien de kabel kennelijk niet of niet voldoende in de zeebodem was ingegraven en Interoute daarvoor niet heeft gewaarschuwd. Er zijn meerdere schades door visserijactiviteiten bij dezelfde locatie geweest. Naar aanleiding van de laatste reparatie op
4 februari 2014 heeft Interoute een melding geplaatst op een website van de samenwerkende kabelexploitanten, inhoudende dat de kabel ter plekke al tweemaal was gerepareerd en uiterst kwetsbaar was, dat de kabel na reparatie wel weer zou zijn ingegraven, maar dat ook bekend was dat de zeebodem daar zacht en mobiel was. Interoute wist dus dat de kabel niet lang ingegraven zou blijven liggen. Het had op de weg van Interoute gelegen om een formele melding hiervan te maken overeenkomstig de vergunningvereisten, aldus steeds [eisers] .
4.10.
Daartegenover heeft Interoute gesteld dat een dergelijke interne waarschuwing niet zoveel zegt, dat algemeen bekend is dat de bodem van de Noordzee zacht en mobiel is en dat officiële meldingen van reparaties alleen vereist zijn als de locatie van de kabel daardoor wijzigt, hetgeen hier niet het geval was. Betwist wordt dat de kabel niet overeenkomstig de vereisten was ingegraven. Bovendien blijkt uit het rapport van Orange Marine dat bij eerdere reparaties aan de kabel op andere locaties de kabel steeds is ingegraven. Verder heeft Interoute onweersproken aangevoerd dat Rijkswaterstaat de ligging van de kabels controleert en een waarschuwing afgeeft als blijkt dat een kabel bloot is komen te liggen en dat de Dienst der Hydrografie maritieme gebruikers waarschuwt voor allerlei objecten en wijziging in de locatie van die objecten. Die waarschuwingen waren kennelijk in dit geval niet nodig.
4.11.
De rechtbank stelt voorop dat [eisers] geacht wordt bekend te zijn met de ligging van de onderhavige kabel, die immers op een zeekaart te zien is, en met het feit dat de Noordzee een ongelijke zeebodem heeft, zodat rekening gehouden moet worden met (grote) hoogteverschillen. Voor zover [eisers] heeft bedoeld te betogen dat de aanvaring niet de schuld van de [naam 5] was maar van Interoute, heeft hij de gemotiveerde betwisting daarvan door Interoute op zijn beurt onvoldoende gemotiveerd weerlegd. Derhalve is niet komen vast te staan dat de kabel blootlag of niet of niet genoeg was ingegraven en dat op Interoute een waarschuwingsverplichting lag.
De conclusie is dan ook dat niet is komen vast te staan dat de aanraking niet is veroorzaakt door schuld van de [naam 5] . Dit brengt mee dat [eisers] als eigenaar aansprakelijk is jegens Interoute voor de daardoor door haar geleden schade als bedoeld in artikel 8:546 BW.
4.12.
Hetgeen overigens door partijen in het kader van de primaire grondslag van de vordering naar voren is gebracht, zal als reeds in het voorgaande besproken dan wel als niet ter zake dienende buiten beschouwing worden gelaten.
4.13.
Nu de primaire grondslag waarop de reconventionele vordering is gebaseerd slaagt, behoeven de subsidiaire grondslag en de daarop gerichte stellingen van partijen geen bespreking meer.
conclusie in conventie
4.14.
Nu hiervoor is geoordeeld dat [eisers] aansprakelijk is voor de als gevolg van de schadevaring veroorzaakte schade aan de zijde van Interoute, zal de in conventie gevorderde verklaring voor recht dat hij niet aansprakelijk is, worden afgewezen.
ad 3.4.1. reconventionele vordering tot schadevergoeding
4.15.
Thans staat de omvang van de in reconventie gevorderde schade ter beoordeling.
ad 3.4.1.i factuur van Orange Marine van USD 554.222,62
4.16.
Interoute stelt dat deze factuur ziet op reparatiewerkzaamheden die door het schip [naam schip] aan de kabel zijn verricht, welke factuur bij haar in rekening is gebracht door het ACMA Central Billing Bureau in het kader van de ACMA-overeenkomst, in het kader waarvan het gepland en ongepland onderhoud aan kabelnetwerken centraal georganiseerd wordt en waarbij Interoute partij is.
4.17.
[eisers] voert aan dat hij niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de ‘interrupted period’ van verrichte werkzaamheden die uit de factuur blijken. Verder wordt betwist dat 14,158 dagen een redelijke reparatieperiode was voor een overzichtelijke en eenvoudige kabelschade. Bovendien blijkt uit het rapport van Orange Marine dat de reparatie onnodig lang heeft geduurd omdat Interoute verkeerde informatie heeft doorgegeven over de schadelocatie. Voorts blijkt uit de factuur dat de reparatie een ‘shared operating’ was, maar niet is gebleken waaruit dit heeft bestaan en hoe de kosten zijn gedeeld.
4.18.
Hiertegenover heeft Interoute betwist dat de ‘interrupted period’ in rekening is gebracht, dat er dusdanige informatie is verschaft dat dit op haar zou terugslaan, dat zij haar uiterste best heeft gedaan om de breuk te lokaliseren en dat er als gevolg van ‘shared operating’ sprake was van kostenbesparing. Verder heeft Interoute verwezen naar een door haar overgelegd betalingsbewijs.
4.19.
De rechtbank is van oordeel dat Interoute dit onderdeel van haar vordering tegenover de betwisting door [eisers] voldoende heeft gespecificeerd en toegelicht. Verder heeft Interoute aangetoond dat zij het gefactureerde bedrag heeft betaald. Derhalve zal het gevorderde bedrag van USD 554.222,62 worden toegewezen.
Interoute vordert wettelijke rente daarover vanaf 8 december 2014 dan wel 5 augustus 2015. Nu Interoute deze factuur eerst op 8 mei 2015 heeft betaald, zal de wettelijke rente worden toegewezen vanaf 5 augustus 2015.
ad 3.4.1.ii. factuur van Eljes Infra van € 11.408,49
4.20.
Interoute stelt dat deze factuur betrekking heeft op het identificeren en lokaliseren van de kabelschade door het ‘fiber team’ Eljes Infra vanuit Nederland.
4.21.
[eisers] voert aan dat uit de factuur niet blijkt op welke werkzaamheden de kosten zien, dat een specificatie ontbreekt, dat de BTW ten onrechte in rekening wordt gebracht en dat er geen betalingsbewijs is overgelegd.
4.22.
Nu Interoute geen betalingsbewijs heeft overgelegd en ook geen concreet bewijsaanbod heeft gedaan en zij tegenover de gemotiveerde betwisting door [eisers] niet heeft gespecificeerd op welke werkzaamheden de kosten concreet betrekking hebben, zal dit onderdeel van de vordering worden afgewezen.
ad 3.4.1.iii. factuur van Networks van € 52.761,81
4.23.
Interoute stelt het volgende. De factuur van Global Marine heeft betrekking op de aanschaf van materiaal in het kader van de reparatie van de kabel. De factuur van Advance Telecom heeft betrekking op het identificeren en lokaliseren van de kabelschade door het ‘fiber team’ vanuit Groot-Brittannië. De factuur van Sealine Marine Services heeft betrekking op de kosten die zijn gemaakt om de reparatie van de kabel te begeleiden, toezicht te houden en instructies van Interoute door te geven aan de bemanning van de [naam schip] alsmede kosten voor de werkzaamheden van [naam 6] die namens Interoute de communicatie met het reparatieschip heeft gevoerd.
4.24.
[eisers] voert aan dat Interoute niet heeft aangetoond dat zij die facturen heeft betaald. Verder verwijst Interoute naar een factuur van Global Marine van 18 december 2014 die ziet op een order van 21 oktober 2014. Die order is van drie weken na de reparatie van de kabel en kan dus niet zien op kosten die in dat kader zijn gemaakt. Verder is onduidelijk welke kosten in rekening worden gebracht en ook blijkt niet uit die factuur dat de kosten betrekking hebben op de reparatie van de kabel.
Met betrekking tot de opgevoerde kosten van Advance Telecom voert [eisers] aan dat Interoute niet heeft aangetoond dat die kosten daadwerkelijk zijn gemaakt en dat niet duidelijk is waaruit die kosten bestaan en waarom deze kosten noodzakelijk waren.
Verder zijn de kosten van Sealine Marine Services onnodig gemaakt. Die kosten zien kennelijk op de aanstelling van [naam 6] , een vertegenwoordiger namens Interoute, maar niet blijkt dat de kosten van [naam 6] betrekking hebben op de reparatie van de kabel. Betwist wordt dat deze kosten noodzakelijk waren en dat [eisers] aansprakelijk is voor de kosten.
4.25.
Nu Interoute geen betalingsbewijzen van die facturen heeft overgelegd en ook geen concreet bewijsaanbod heeft aangeboden en zij tegenover de gemotiveerde betwisting die facturen bovendien onvoldoende concreet heeft gespecificeerd (behoudens die van Global Marine), zal dit onderdeel van de vordering worden afgewezen.
3.4.1.iv. factuur van Communications van € 40.237,50
4.26.
Interoute stelt dat Communications haar personeel werkzaamheden in het kader van de reparatie van de kabelbreuk heeft moeten laten verrichten en ondersteuning heeft moeten laten bieden.
4.27.
[eisers] voert aan dat deze kosten moeten worden afgewezen nu niet duidelijk is of die kosten zijn gemaakt, door wie en waarom zij zijn gemaakt en hoe de opstelling tot stand is gekomen. Verder betwist hij dat Interoute die kosten heeft betaald.
4.28.
Nu Interoute geen betalingsbewijs heeft overgelegd en ook geen concreet
bewijsaanbod heeft gedaan en zij tegenover de gemotiveerde betwisting door [eisers] onvoldoende heeft gespecificeerd welke werkzaamheden het personeel van Communications concreet heeft verricht, zal dit onderdeel van de vordering worden afgewezen.
ad 3.4.2. reconventionele vordering verklaring voor recht
4.29.
Interoute stelt dat als gevolg van de kabelbreuk haar cliënten mogelijk schadevergoeding van haar kunnen vorderen wegens onderbreking van haar dienstverlening. Als Interoute deze vorderingen moet betalen is dat schade als gevolg van de kabelbreuk en moet die derhalve door [eisers] worden vergoed. Zij vordert thans een verklaring voor recht dat [eisers] hoofdelijk aansprakelijk is voor alle vermogensschade die Interoute ter zake van die cliënten nog zal blijken te hebben geleden en/of zal lijden.
4.30.
De vraag die ten aanzien van deze vordering allereerst moet worden beantwoord is of Interoute er voldoende belang bij heeft om deze verklaring te verkrijgen (artikel 3:303 BW). Het is aan Interoute om dit belang te stellen en zonodig aan te tonen.
De rechtbank is van oordeel dat de enkele mogelijkheid dat de cliënten van Interoute schadevergoeding van haar kunnen vorderen geen voldoende belang oplevert bij de gevorderde verklaring voor recht. De eisen van een goede procesorde brengen met zich dat Interoute kenbaar maakt welk belang zij erbij heeft dat nu al de aansprakelijkheid van [eisers] wordt beoordeeld. Dat heeft Interoute niet gedaan.
Dit brengt mee dat de gevorderde verklaring voor recht zal worden afgewezen.
proceskosten conventie
4.31.
[eisers] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Interoute worden begroot op € 904,00 (2,0 punten x tarief 452,00) aan salaris advocaat. De gevorderde nakosten zijn toewijsbaar zoals in de beslissing is vermeld.
proceskosten reconventie
4.32.
[eisers] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Interoute worden op basis van het toegewezen bedrag begroot op € 2.580,00 (2,0 punten x 0,5 x tarief € 2.580,00) aan salaris advocaat. Omdat de nakosten al in de procedure in conventie zijn toegewezen zullen zij in reconventie worden afgewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Interoute tot op heden begroot op € 904,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [eisers] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eisers] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.5.
veroordeelt [eisers] hoofdelijk, zodat indien en voor zover de één betaalt ook de ander zal zijn bevrijd, om aan Interoute te betalen een bedrag van USD 554.222,62 (vijfhonderdvierenvijftigduizend tweehonderdtweeëntwintig Amerikaanse dollars en tweeënzestig dollarcent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag vanaf 5 augustus 2015 tot de dag van volledige betaling,
5.6.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Interoute tot op heden begroot op € 2.580,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Kraak en in het openbaar uitgesproken op 6 april 2016.