ECLI:NL:RBAMS:2016:9965

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 juni 2016
Publicatiedatum
19 april 2018
Zaaknummer
C/13/608583 / KG ZA 16-594
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over vakantieregeling en proceskosten

In deze zaak, die op 27 juni 2016 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben partijen, eiser en gedaagde, een geschil over de vakantieregeling voor hun kinderen. Tijdens de zitting op 20 juni 2016 hebben partijen geprobeerd tot een overeenkomst te komen, maar er was nog onduidelijkheid over de proceskosten die eiser, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A. El Aqde, zou moeten betalen aan gedaagde. De voorzieningenrechter oordeelde dat eiser niet voldoende had geprobeerd om het geschil buiten rechte op te lossen, wat heeft geleid tot onnodige kosten voor gedaagde. De rechter heeft bepaald dat de kinderen de eerste drie weken van de zomervakantie 2016 bij eiser verblijven en de tweede drie weken bij gedaagde. Tevens is eiser veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van gedaagde, die zijn begroot op € 288,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/608583 / KG ZA 16-594 CB/TF
Vonnis in kort geding van 27 juni 2016
in de zaak van
[naam eiser],
wonende te [woonplaats] ,
eiser bij dagvaarding van 10 juni 2016,
advocaat mr. A. El Aqde te Amsterdam,
tegen
[naam gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
in persoon verschenen.
Partijen zullen hierna [naam eiser] en [naam gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

Ter terechtzitting van 20 juni 2016 heeft [naam eiser] gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. [naam gedaagde] heeft (deels) verweer gevoerd. Partijen hebben producties in het geding gebracht en [naam gedaagde] eveneens een pleitnota. Partijen zijn ter zitting met betrekking tot de vakantieregeling tot overeenstemming gekomen. In geschil is nog of [naam eiser] (althans zijn advocaat) - zoals door [naam gedaagde] verzocht - de kosten in deze procedure moet voldoen. Partijen hebben verzocht hierover in het vonnis een beslissing te nemen en hetgeen partijen zijn overeengekomen in het vonnis vast te leggen.
Ter zitting waren [naam eiser] , mr. El Aqde en [naam gedaagde] aanwezig.

2.De beoordeling

2.1.
Partijen hebben voor de zomer 2016 een vakantieregeling vastgesteld als hierna onder 3.1 vermeld. Voorts zijn partijen overeengekomen dat in de zomervakantie 2017 de kinderen de eerste 3 weken bij [naam gedaagde] zullen verblijven en de tweede 3 weken bij [naam eiser] , behoudens in geval de kinderen andere plannen hebben. In dat geval zullen partijen in overleg de vakantie aanpassen. Tot slot hebben partijen de intentie uitgesproken om in het algemeen naar de bestaande zorgregeling te gaan kijken om in overleg met de kinderen te bezien of aanpassingen gewenst zijn.
2.2.
Ter zitting is aan de orde gekomen dat partijen, via een e-mailwisseling vanaf het najaar 2015, hebben getracht het verblijf van hun kinderen in de vakantie 2016 te regelen. Dit is niet gelukt en ieder van partijen is zonder rekening te houden met de andere partij haar of zijn vakantie gaan invullen. [naam eiser] heeft kennelijk op enig moment mr. El Aqde benaderd. Nu de advocaat in het geheel niet voorafgaand aan de dagvaarding en pas op 17 juni 2016 (een week nadat de betekening heeft plaatsgevonden) één enkele poging heeft gedaan contact met [naam gedaagde] te zoeken en daarom niet op de hoogte was van de omstandigheid dat [naam gedaagde] inmiddels instemde met verdeling van de vakantie in twee aaneengesloten delen, acht de voorzieningenrechter het redelijk dat [naam eiser] de proceskosten aan de zijde van [naam gedaagde] voldoet. Niet voldoende is getracht de zaak buiten rechte op te lossen, waardoor [naam gedaagde] op kosten is gejaagd, terwijl [naam eiser] met een toevoeging procedeert.
2.3.
[naam eiser] zal in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [naam gedaagde] worden begroot op een bedrag van € 288,00 aan griffierecht.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
bepaalt dat de kinderen de eerste 3 weken van de zomervakantie 2016 (week 29, 30 en 31) bij [naam eiser] verblijven en de tweede 3 weken van de zomervakantie 2016 (week 32, 33 en 34) bij [naam gedaagde] ,
3.2.
veroordeelt [naam eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [naam gedaagde] tot op heden begroot op € 288,00,
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M. Berkhout, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. G.H. Felix, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 27 juni 2016. [1]

Voetnoten

1.type: GHF