Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 maart 2015 met producties;
- een incidentele conclusie houdende de exceptie van onbevoegdheid;
- een conclusie van antwoord in het incident;
- het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 27 mei 2015 ter beoordeling van het incident;
- de conclusie van antwoord met producties;
- het vonnis van 19 augustus 2015 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 3 december 2015 en de daarin genoemde stukken, waarbij voor “de akte overlegging producties 22 en 30 zijdens [gedaagden gezamenlijk] ” gelezen dient te worden “de akte overlegging producties 22 tot en met 30 zijdens [gedaagden gezamenlijk] ”;
- een brief van mr. Schreuder van 18 december 2015, waarin zij reageert op het proces-verbaal;
- een brief van mr. De Coninck-Smolders van 21 december 2015 waarin zij reageert op de brief van mr. Schreuder van 18 december 2015;
- een akte overlegging producties van mr. Schreuder van 30 december 2015, en
- een akte uitlating producties van mr. De Coninck-Smolders van 13 januari 2016.
2.De feiten
In overleg met [naam 6] […] zullen ook de eventuele aanvullende certificaten worden aangevraagd”.
Overeenkomst tot koop en verkoop van bepaalde activa en Beheerovereenkomst” gesloten (hierna: koop- en beheerovereenkomst).
Overdrachtsdatum: 9 januari 2014 (...)
Garanties verkoper” – is in de paragrafen 1 en 2 het volgende vermeld:
1 De Activa
2.Informatie
Activa” – bij de koop- en beheerovereenkomst is een door [naam 6] opgestelde lijst met kunstwerken opgenomen met een vermelde waarde per kunstwerk variërend van € 2.250 tot € 350.000.
Consignatieovereenkomsten” – bij de koop- en beheerovereenkomst omvat een tussen [gedaagde sub 2] , Houdstermaatschappij en [naam 6] gesloten consignatieovereenkomst, tevens houdende akte van contractsovername van 11 december 2013. Daarbij heeft [gedaagde sub 2] een aantal aan hem in eigendom toebehorende kunstwerken in consignatie gegeven aan [naam 6] teneinde voor deze kunstwerken een koper te vinden.
Alle schilderijen op de lijst zijn bewustevervalsingen. Zij hebben geen kunstwaarde maar een zeer geringe decoratieve waarde.”
3.Het geschil
V. Houdstermaatschappij en [gedaagde sub 2] hoofdelijk veroordeelt tot betaling: