Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
[naam getuige 1](doorgenummerde pagina’s A006 en A007).
het rapport ‘Pathologie onderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet natuurlijke dood’met zaaknummer 2015.12.24.074 van 5 januari 2016, opgesteld door arts en patholoog M. Buiskool, als deskundige verbonden aan het Nederlands Forensisch Instituut, met bijlagen (doorgenummerde pagina’s A111 t/m A127).
verdachte ter terechtzittingheeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit en van verdachte
‘Ik ben nu met je vrouwtje lekker hahaha dan weet je dat!’Verdachte heeft dat bericht ontvangen en gelezen.
7.Motivering van de straf
8.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
reiskostenkunnen worden toegewezen, met uitzondering van de toekomstige reiskosten nu die te onzeker zijn. Ook de studievertraging is onzeker, mede gelet op het gegeven dat de benadeelde partij recentelijk als getuige bij de rechter-commissaris goed en adequaat heeft verklaard. Deze kosten komen dus niet voor vergoeding in aanmerking.
shockschadevraagt de raadsman zich af of er wel sprake is van een psychiatrisch ziektebeeld, omdat bij jeugdigen een stoornis pas op latere leeftijd kan worden vastgesteld. Ook acht de raadsman het gevorderde bedrag onredelijk hoog.
affectieschadevindt de raadsman dat er zóveel noviteiten en juridische argumenten zijn aangevoerd, dat de vorderingen een onevenredig groot beslag op het rechtsgeding leggen. Affectieschade komt op grond van de huidige wetgeving niet voor vergoeding in aanmerking.
uitvaart- en grafzerkkostenis sprake van het eigen schuld-beletsel (artikel 6:101 lid 1BW). De opstelling en het gedrag van het slachtoffer zouden aanleiding kunnen zijn tot matiging. Dat vraagt om een zorgvuldige en schriftelijke behandeling en past niet in een strafzaak.
Europese Richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten van 25 oktober 2012(EU-Richtlijn 2012/29, hierna: ‘de Richtlijn’).
[naam dochter]:
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
10 jaren.
hechtenis van 62 dagen vervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
hechtenis van 205 dagen vervangen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.