Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
1. hij in of omstreeks de periode van 19 augustus 2015 tot en met 26 augustus 2015 te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk,
2. hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 oktober 2014 tot en met 26 augustus 2015, te [plaats] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen, al dan niet opzettelijk,
3. hij op of omstreeks 26 augustus 2015 te [plaats] , in elk geval in Nederland, (een) wapen(s) van categorie I onder 7, te weten:
4. hij op of omstreeks 26 augustus 2015 te [plaats] , in elk geval in Nederland, opzettelijk een bankbiljet (van 50 euro), dat verdachte zelf heeft nagemaakt en/of vervalst en/of waarvan de valsheid en/of vervalsing verdachte, toen hij dat bankbiljet ontving, bekend was, en/of met het oogmerk om het als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven, in voorraad heeft gehad en/of heeft ontvangen en/of heeft verschaft;
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
1ten laste gelegde, te weten dat verdachte:
heeft opgeslagen en/of vervaardigd en voorhanden gehad
heeft opgeslagen en voorhanden gehad.
2ten laste gelegde, te weten dat verdachte:
3ten laste gelegde, te weten dat verdachte:
6. De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
4ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
1,
2en
3ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1. van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd, en
Overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1. van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
3 (drie) maanden.
180 (honderdtachtig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 (negentig) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.