Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
2. hij op of omstreeks 21 oktober 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (zwarte) (dames)fiets, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte de weg te nemen fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak op en/of verbreking van één of meer slot(en) van voornoemde (dames)fiets.
(Artikel 311/310 Wetboek van Strafrecht)
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
bijlagegebezigde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte op 21 oktober 2015 een fiets, toebehorende aan de vriendin van [benadeelde 3] , heeft gestolen met behulp van verbreking. Uit de verklaring van [benadeelde 3] kan immers worden opgemaakt dat deze fiets met een slot aan een lantaarnpaal vast stond. Op een gegeven moment hoorde [benadeelde 3] echter een geluid dat hem deed denken aan het openbreken van een slot. Hij zag op dat moment buiten niets bijzonders, maar korte tijd later, toen hij opnieuw naar buiten keek, zag hij verdachte met de fiets weglopen. Op de grond lag het slot dat eerder nog om de fiets en de paal had gezeten.
5.Bewezenverklaring
bijlagevervatte bewijsmiddelen en de in
rubriek 4.3.2.vervatte bewijsoverwegingen het onder
2ten laste gelegde bewezen, te weten dat verdachte:
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Plaatsing in een inrichting voor stelmatige daders
nietop te leggen. In het verleden is al meermalen geprobeerd om verdachte ambulant te behandelen. Dit heeft tot op heden echter nog geen succes gehad. Uit het rapport van de reclassering blijkt bovendien dat niet te verwachten is dat een nieuw toezicht, ondanks de gestelde motivatie van verdachte, succesvol zou zijn, nu alleen een langdurige behandeling waaraan verdachte zich niet kan onttrekken, kans van slagen kan hebben. De rechtbank ziet daarom geen andere mogelijkheid dan oplegging van de ISD-maatregel en zal daarom de officier van justitie op dit punt van de vordering volgen.
9.De vordering van de benadeelde partij
10.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
1 primairen
subsidiairten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
2ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
[verdachte], daarvoor strafbaar.
zonderaftrek van de tijd die door verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht.
Een proces-verbaal van aangifte van 22 oktober 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam verbalisant] p. 1 en 2).
Een proces-verbaal van bevindingen van 22 oktober 2015, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [naam verbalisant] (p. 7).