3.1.CS vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
( a) de vordering van CS bestaande uit de Betwiste Nederlandse Advocaatkosten in het faillissement van OSX erkent tot een bedrag van EUR 75.066,82, althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie rechtvaardig acht;
( b) de vordering van CS bestaande uit de Betwiste Amerikaanse Advocaatkosten in het faillissement van OSX erkent tot een bedrag van USD 183.424,72 (EUR 167.833,62), althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie rechtvaardig acht;
( c) de vordering van CS bestaande uit de Nadere Advocaatkosten gemaakt door de Nederlandse advocaat in het faillissement van OSX erkent tot een bedrag van EUR 22.175,00, althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie rechtvaardig acht;
( d) de vordering van CS bestaande uit de Nadere Advocaatkosten gemaakt door de Amerikaanse advocaat in het faillissement van OSX erkent tot een bedrag van USD 39.113,36, althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie rechtvaardig acht;
( e) de vordering van CS bestaande uit de Nadere Advocaatkosten gemaakt door Fried Frank als derde expert in het faillissement van OSX erkent tot een bedrag van USD 55.886,50, althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie rechtvaardig acht;
( f) de vordering van CS bestaande uit de Toekomstige Advocaatkosten gemaakt door de Nederlandse advocaat in het faillissement van OSX in de periode van 20 februari 2016 tot en met 24 oktober 2016 erkent tot een bedrag van EUR 38.129,29, althans een bedrag dat de rechtbank in goede justitie rechtvaardig acht;
( g) de vordering van CS bestaande uit de Toekomstige Advocaatkosten in het faillissement van OSX die zijn gemaakt na 24 oktober 2016 pro memorie erkent tot een bedrag zoals vast te stellen aan de hand van facturen afkomstig van de betreffende advocaat van CS daterend tot uiterlijk de dag van de vaststelling van de definitieve uitdelingslijst;
( h) de curator veroordeelt in de kosten van het geding als boedelschuld, alsmede in de gebruikelijke nakosten (zowel zonder als met betekening), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek (BW) vanaf veertien dagen na de datum van het vonnis.