In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 maart 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen de Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten (SPF) en Buiten-Mere Properties B.V. (Buiten-Mere) over de schending van de mededelingsplicht tijdens de due diligence van een koopovereenkomst. De procedure begon met een dagvaarding van SPF op 3 februari 2015, waarin zij Buiten-Mere aansprakelijk stelde voor schade die zij had geleden als gevolg van wanprestatie onder de Letter of Intent (LoI) en de koopovereenkomst. SPF vorderde onder andere schadevergoeding van € 637.404,87, alsook buitengerechtelijke kosten en proceskosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er op 18 april 2012 een koopovereenkomst tot stand is gekomen tussen partijen, waarbij SPF twee appartementsrechten heeft gekocht van Buiten-Mere voor € 12.300.000,00. Tijdens de onderhandelingen was er sprake van een huurder, FGP Fashion Labels, die betalingsproblemen had. SPF stelde dat Buiten-Mere haar mededelingsplicht had geschonden door relevante informatie over de financiële situatie van FGP niet te delen, wat leidde tot een hogere koopprijs dan SPF had betaald indien zij over deze informatie had beschikt.
De rechtbank oordeelde dat Buiten-Mere tekortgeschoten was in haar verplichtingen uit de LoI en de koopovereenkomst. De rechtbank wees de primaire vordering van SPF toe en verklaarde dat Buiten-Mere gehouden was tot schadevergoeding, op te maken bij staat. Daarnaast werd Buiten-Mere veroordeeld tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. De rechtbank concludeerde dat de mededelingsplicht voor de onderzoeksplicht gaat en dat SPF tijdig had geklaagd over de wanbetaling van FGP.