Uitspraak
wonende te [ ],
1.Verloop van de procedure
- een op 14 juni 2016 gedateerd wrakingsverzoek, met bijlagen;
- een brief van verzoekster, gedateerd 24 oktober 2016.
Rechtbank Amsterdam
Op 11 november 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsprocedure, ingediend door verzoekster op 16 juni 2016 onder rekestnummer HA RK 243.2016. Verzoekster heeft de wraking van mr. B. de Vos, rechter belast met bestuursrechtzaken, verzocht. De wrakingskamer heeft kennisgenomen van diverse stukken, waaronder een wrakingsverzoek en een brief van verzoekster. De rechter heeft aangegeven niet in de wraking te berusten. Tijdens de mondelinge behandeling, die op verzoek van verzoekster is uitgesteld, heeft verzoekster laten weten niet te verschijnen. De rechter heeft vervolgens besloten niet te worden gehoord in het geval verzoekster niet verschijnt.
Verzoekster heeft haar wrakingsverzoek onderbouwd met de stelling dat de rechter in eerdere procedures onwettige voorkeuren aan de gemeente heeft verleend en niet objectief kan oordelen in haar zaak. Ze verwijst naar eerdere uitspraken van de rechter en een vermeende 'zwarte lijst' van rechters. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat de door verzoekster aangevoerde feiten en omstandigheden niet voldoende zijn om te concluderen dat de rechter partijdig is. De wrakingskamer benadrukt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit vermoeden weerleggen. Aangezien verzoekster geen objectief gerechtvaardigde redenen heeft aangedragen voor haar gebrek aan vertrouwen in de rechter, is het wrakingsverzoek afgewezen.