Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Form A - Supplementary information relating to an extradition’, dat de opgeëiste persoon er in België van wordt verdacht dat hij samen met twee anderen op 11 december 2014 te Antwerpen een verkoper van een bouwmachine heeft misleid door hem de indruk te geven dat zij een machine wilden kopen. Zij hebben de verkoper naar een afgelegen plek gelokt en daar van hem geëist dat de transactie via een wisseloperatie zou verlopen. Op de plek aangekomen hebben zij de verkoper met geweld 60.000 euro afhandig gemaakt en hem met handboeien aan het stuur van zijn auto vastgemaakt.
4.Strafbaarheid
5.Onschuldverweer en verweer dat ziet op de evenredigheid van het EAB
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de OLW
hierna: IND) van 14 juni 2016 is onvoldoende stellig om daaruit de conclusie te trekken dat de opgeëiste persoon zijn recht van verblijf in Nederland verliest ten gevolge van een aan hem eventueel na overlevering opgelegde straf of maatregel. De IND stelt immers slechts dat een strafrechtelijke veroordeling in België daartoe kan leiden.
verwachtingbestaat dat hij
niet(
onderstreping door rechtbank) zijn recht van verblijf in Nederland verliest ten gevolge van een hem na overlevering opgelegde straf of maatregel.
7.Detentieomstandigheden in België
EVRM) en artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (
het Handvest), te meer nu de medische toestand van de opgeëiste persoon een zeer nauwe en specifieke begeleiding, (nachtelijk) toezicht en de inzet van specifieke medische apparatuur vereist.
8.Verzoek om prejudiciële vragen te stellen
nadatbij deze uitspraak over de toelaatbaarheid van de overlevering is beslist. Humanitaire redenen vormen geen grond tot weigering van de overlevering en vallen derhalve buiten het huidige beoordelingskader van de rechtbank.
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Onderzoeksrechter bij de Rechtbank van Eerste Aanleg Antwerpen te Antwerpen ten behoeve van het in België tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar het feit waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.