I. de huwelijkse voorwaarden van [eiser] en erflaatster afwikkelt op een nader door [gedaagden gezamenlijk] aan te geven wijze;
II. de verdeling vaststelt van de eenvoudige gemeenschap ten aanzien van de koopwoning, in die zin dat [eiser] in de gelegenheid wordt gesteld de koopwoning over te nemen tegen een koopsom die zal worden vastgesteld door een door de rechtbank aan te wijzen makelaar en onder de voorwaarden dat de overname binnen twee maanden na de waardevaststelling plaatsvindt en [gedaagden gezamenlijk] door de Direktbank wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de hypotheekschuld;
III. bepaalt dat, indien [eiser] de koopwoning niet overneemt dan wel aan de onder II genoemde voorwaarden niet wordt voldaan, de koopwoning dient te worden verkocht, in welk geval partijen aan de makelaar de opdracht dienen te geven tot verkoop van de woning tegen een door partijen in overleg met de makelaar te bepalen verkoopprijs;
IV. bepaalt dat, als [eiser] zijn medewerking aan de verstrekking van een verkoopopdracht niet verleent, het vonnis in de plaats treedt van zijn medewerking;
V. de verdeling vaststelt van de aan de hypotheek gekoppelde spaarpolis, in die zin dat deze aan [eiser] wordt toegescheiden tegen de economische waarde per [datum] 2014 indien hij de koopwoning overneemt, dan wel dat de spaarpolis wordt afgekocht en tussen partijen wordt verdeeld;
VI. de verplichting van [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] tot medewerking aan de vestiging van het vruchtgebruik op de koopwoning opheft;
VII. [eiser] veroordeelt om, in geval van toewijzing van de vordering in conventie onder I, alle kosten in verband daarmee volledig te dragen;
VIII. [eiser] veroordeelt om vanaf 23 juni 2014 de volledige hypotheekrente en overige vaste lasten in verband met de koopwoning voor zijn rekening te nemen, althans een regeling te treffen als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
IX. [eiser] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis [gedaagde sub 1] en/of [gedaagde sub 2] en/of [gedaagde sub 3] (al dan niet vergezeld door een deurwaarder) tot de koopwoning toe te laten, teneinde een beschrijving te kunnen maken van de tot de nalatenschap behorende inboedelzaken, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag;
X. [eiser] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis [gedaagde sub 1] en/of [gedaagde sub 2] en/of [gedaagde sub 3] (vergezeld van een door [gedaagden gezamenlijk] aan te wijzen makelaar) tot de koopwoning toe te laten, teneinde de waarde van de koopwoning te doen taxeren, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag;
XI. [eiser] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis de zich in de koopwoning bevindende videobanden waarop [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] voorkomen aan hen te overhandigen, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag;
XII. [eiser] veroordeelt om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis een bedrag uit hoofde van de uitvaartverzekering van € 4.944,77 aan de nalatenschap van erflaatster te voldoen;
XIII. voor recht verklaart dat de begunstiging van [eiser] ter zake de kapitaalverzekering en de lijfrenteverzekering schenkingen of andere giften zijn die dienen te worden aangemerkt als een legaat ten laste van de gezamenlijke erfgenamen, kosten rechtens.