Op 8 december 2016 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in de zaak van de nalatenschap van Hendricus Marinus van der Meulen, die op 26 oktober 2014 is overleden. De verzoekers, zes van de zeven mogelijke erfgenamen, hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard en verzochten de rechtbank om de benoeming van een vereffenaar. De rechtbank heeft vastgesteld dat erflater geen testament heeft achtergelaten en dat er geen executeur is aangesteld. De verzoekers hebben Partiar B.V. voorgesteld als vereffenaar, wat ook door de gemeente Amsterdam werd ondersteund, aangezien zij de uitvaart van erflater hebben georganiseerd.
De rechtbank heeft de verzoeken van de erfgenamen beoordeeld en vastgesteld dat zij belanghebbenden zijn. Ondanks dat [verzoeker 7] op de hoogte is gesteld van de procedure, heeft deze geen reactie gegeven. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek om benoeming van een vereffenaar gegrond is en heeft Partiar B.V. benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap. Tevens is het verzoek om ontheffing van de publicatieplicht in een nieuwsblad toegewezen, gezien de kosten en het negatieve saldo van de nalatenschap. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de benoeming van de vereffenaar zal worden ingeschreven in het boedelregister.
Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. K.M. van Hassel en is een belangrijke stap in de afhandeling van de nalatenschap van de erflater, waarbij de rechtbank de belangen van de erfgenamen heeft gewogen en de procedure in overeenstemming met de wet heeft uitgevoerd.