ECLI:NL:RBAMS:2016:8283

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 december 2016
Publicatiedatum
14 december 2016
Zaaknummer
C/13/521376 / HA ZA 12-836
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na gebrekkige uitvoering van tuinwerkzaamheden

In deze zaak vorderden eisers, wonende te [plaats], schadevergoeding van Kwekerij de Limieten B.V. wegens gebrekkige uitvoering van tuinwerkzaamheden. De rechtbank Amsterdam deed uitspraak op 21 december 2016. De procedure begon met een tussenvonnis op 19 november 2014, gevolgd door een deskundigenonderzoek dat op 22 februari 2012 zijn rapport opleverde. De deskundige concludeerde dat de slechte staat van de tuin te wijten was aan gebrekkige grondbewerking bij de aanleg. Kwekerij de Limieten had in 2006 en 2007 werkzaamheden uitgevoerd, maar eisers hadden herhaaldelijk klachten geuit over de beplanting die niet goed aansloeg. De rechtbank oordeelde dat Kwekerij de Limieten toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst en aansprakelijk was voor de door eisers geleden schade. De rechtbank stelde de schade vast op € 133.300,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Kwekerij de Limieten werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag, en de proceskosten werden begroot op € 13.982,56. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/521376 / HA ZA 12-836
Vonnis van 21 december 2016
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2.
[eiser 2],
beiden wonende te [plaats] ,
eisers,
advocaat mr. S.L. Schram te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KWEKERIJ DE LIMIETEN B.V.,
gevestigd te Huizen,
gedaagde,
advocaat mr. R. Zwiers te Almere.
Partijen zullen hierna [eisers gezamenlijk] en Kwekerij de Limieten worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 19 november 2014, met de daarin vermelde stukken,
  • het aanvullend deskundigenbericht van 23 maart 2015,
  • de conclusie na deskundigenbericht van [eisers gezamenlijk] ,
  • de conclusie na aanvullend deskundigenbericht van Kwekerij de Limieten, met producties,
  • de akte uitlating producties van [eisers gezamenlijk] ,
  • de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In 2006 heeft Kwekerij de Limieten in opdracht van [eisers gezamenlijk] werkzaamheden en leveranties uitgevoerd voor de aanleg van de tuin bij de woning van [eisers gezamenlijk] aan [straat] te [plaats] (hierna: de tuin). Aan de opdracht lag ten grondslag een offerte van 29 maart 2006. De uitgevoerde werkzaamheden bestonden uit grondwerk, drainage, verhardingen en de levering en het aanplanten van beplanting. Omstreeks eind augustus 2006 zijn de werkzaamheden voltooid en is de tuin opgeleverd.
2.2.
In 2007 en 2008 heeft Kwekerij de Limieten op grond van een aanvullende opdracht van [eisers gezamenlijk] extra beplanting aangeleverd en een moestuin aangelegd. Kwekerij de Limieten heeft in opdracht van [eisers gezamenlijk] ook Prunushagen geplant op de boswal.
2.3.
[eisers gezamenlijk] heeft zich in de jaren 2006 tot en met 2009 meerdere malen tot Kwekerij de Limieten gewend met klachten over beplanting die niet goed was aangeslagen. Kwekerij de Limieten heeft ook meerdere malen beplanting vervangen.
2.4.
Op 7 oktober 2009 heeft BLGG Wageningen een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit en samenstelling van de grond in de tuin. Op 26 oktober 2009 heeft BLGG Wageningen op grond van dit onderzoek een bemestingsadvies uitgebracht.
2.5.
Bij e-mail van 9 november 2009 heeft Kwekerij de Limieten aan [eisers gezamenlijk] een voorstel gezonden voor het verrichten van werkzaamheden in de tuin, waarbij Kwekerij de Limieten de kosten gedeeltelijk voor haar rekening zou nemen.
2.6.
In mei 2010 heeft [naam 1] van het hoveniersbedrijf [bedrijf 1] (hierna: [naam 1] ) op verzoek van [eisers gezamenlijk] de staat van de tuin onderzocht. [naam 1] concludeert in zijn brief d.d. 18 mei 2010 – samengevat – dat het overgrote deel van de beplanting problemen vertoont en dat daarvoor vier oorzaken bestaan:

1. Verkeerde grond bij vrijwel alle beplanting
2.
2. Grond vaak vervuild met puinkorrel en bouwzand
3.
3. Grond is dichtgereden
4.
4. Grondwater is veel te hoog in de tuin. Drainage werkt niet
2.7.
Bij brief van 14 september 2010 heeft Kwekerij de Limieten aan [eisers gezamenlijk] een opsomming van bevindingen gestuurd, met daarin een voorstel voor het uitvoeren van bepaalde (herstel)werkzaamheden.
2.8.
Op 18 oktober 2010 heeft tussen partijen een overleg plaatsgevonden, waarbij partijen een plan van aanpak hebben besproken.
2.9.
Op 22 november 2010 heeft [naam 1] een integraal herstelplan opgesteld (hierna: het herstelplan). Op 23 november 2010 heeft [naam 1] een offerte uitgebracht voor het aanbrengen en herstellen van drainage in de tuin voor een bedrag van € 76.786,77.
2.10.
Bij e-mail van 13 januari 2011 heeft [eisers gezamenlijk] Kwekerij de Limieten te kennen gegeven dat [naam 1] een plan van aanpak heeft opgesteld en dat hij die wenst te bespreken. Het is vervolgens niet meer gekomen tot overleg hierover.
2.11.
Bij brief van 3 maart 2011 heeft de raadsman van [eisers gezamenlijk] aan Kwekerij de Limieten – samengevat – onder meer de volgende mogelijkheden voorgelegd: herstel van de tuin conform het herstelplan met zekerheidsstelling voor de kosten daarvan door Kwekerij de Limieten of het benoemen van een deskundige voor het vaststellen van de oorzaak van de problemen en het opstellen van een (bindend) herstelplan. Bij brief van 25 maart 2011 heeft de raadsman van Kwekerij de Limieten deze beide opties afgewezen.
2.12.
Op 25 mei 2011 heeft [eisers gezamenlijk] deze rechtbank verzocht om een voorlopig deskundigenonderzoek te bevelen. Bij beschikking van deze rechtbank van 18 augustus 2011 is dit verzoek toegewezen en is ing. P.H. Schalk (hierna: de deskundige) tot deskundige benoemd.
2.13.
Op 22 februari 2012 heeft de deskundige zijn rapport uitgebracht (hierna: het deskundigenbericht). De deskundige concludeert – kort samengevat – dat de oorzaak van de slechte staat van de tuin is te vinden in een gebrekkige grondbewerking bij de aanleg daarvan.
2.14.
Bij brief van 5 maart 2012 heeft de advocaat van [eisers gezamenlijk] Kwekerij de Limieten aansprakelijk gesteld voor de schade van [eisers gezamenlijk] als gevolg van een gestelde toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de opdracht.
2.15.
Vanaf begin maart 2012 heeft [naam 1] herstelwerkzaamheden in de tuin uitgevoerd. Hij heeft van het afgraven van de grond in de tuin een fotoreportage gemaakt (hierna: de fotoreportage).
2.16.
Op 9 maart 2012, nadat de grond in de tuin was afgegraven, heeft ing. R. Muntjewerff (hierna: Muntjewerff), Senior Adviseur Bodem in dienst van Grontmij, op verzoek van een onderaannemer van Kwekerij de Limieten onderzoek gedaan naar de groeiomstandigheden in de tuin.
2.17.
Op 20 maart 2012 heeft [naam 2] een nieuwe offerte uitgebracht voor de uit te voeren herstelwerkzaamheden, inclusief de levering van te vervanging beplanting, voor een bedrag van € 312.432,67.
2.18.
In een memo van 2 april 2012 heeft Muntjewerff naar aanleiding van het onder 2.16 genoemde onderzoek geconcludeerd dat – kort samengevat – een goede bodemstructuur in de tuin ontbreekt, hetgeen niet optimaal is voor een snelle en goede aanleg en ontwikkeling van de planten.

3.De vordering na eiswijziging

3.1.
[eisers gezamenlijk] vordert – na vermindering van eis – dat de rechtbank Kwekerij de Limieten bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeelt tot betaling van het in het aanvullende deskundigenbericht berekende bedrag € 133.961,69, en van de kosten van het voorlopig deskundigenonderzoek en rechtsbijstand van € 8.196,46, te vermeerderen met rente en (proces)kosten.
3.2.
Zoals overwogen in het tussenvonnis stelt [eisers gezamenlijk] daartoe dat Kwekerij de Limieten ernstig is tekortgeschoten in de nakoming van de verstrekte opdracht, waardoor [eisers gezamenlijk] schade heeft geleden, waarvoor Kwekerij de Limieten aansprakelijk is.
3.3.
Kwekerij de Limieten heeft verweer gevoerd. Op de stellingen van partijen zal hieronder voor zover van belang nader worden ingegaan.

4.De verdere beoordeling

Verjaring

4.1.
Het meest verstrekkende verweer van Kwekerij de Limieten is dat de vordering van [eisers gezamenlijk] is verjaard. Op grond van artikel 7:761 lid 1 BW verjaart een rechtsvordering wegens een gebrek in het opgeleverde werk door verloop van twee jaren nadat de opdrachtgever ter zake heeft geprotesteerd. Vast staat dat [eisers gezamenlijk] zich in de jaren 2006 tot en met 2009 meerdere malen tot Kwekerij de Limieten heeft gewend met klachten over beplanting die niet goed was aangeslagen. Kwekerij de Limieten heeft ook meerdere malen beplanting vervangen. Met de (structurele) gebreken waar [eisers gezamenlijk] zich thans op beroept, namelijk de slecht uitgevoerde grondbewerking en een verkeerd aangelegde drainage, is [eisers gezamenlijk] eerst bekend geworden door de brief van [naam 1] van 18 mei 2010 (zie 2.6), waarin de grondbewerking en de drainage zijn aangewezen als oorzaak van de geconstateerde problemen. Naar zeggen van Kwekerij de Limieten heeft [eisers gezamenlijk] zich naar aanleiding van voornoemde brief op of korte tijd na 18 mei 2010 tot Kwekerij de Limieten gewend, stellende dat sprake was van een gebrek in het opgeleverde werk. De verjaringstermijn is dan ook op of korte tijd na 18 mei 2010 aangevangen. [eisers gezamenlijk] heeft op 25 mei 2011 een verzoekschrift ingediend tot het bevelen van een voorlopig deskundigenonderzoek, waarin onder meer staat dat [eisers gezamenlijk] voornemens is tegen Kwekerij de Limieten een rechtsvordering in te stellen ter zake van de gestelde toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de opdracht. Kwekerij de Limieten heeft hieruit moeten begrijpen dat zij mogelijk in verband met de door hem uitgevoerde opdracht zou worden aangesproken en dat zij haar gegevens en bewijsmiddelen daarvoor moest bewaren. Het verzoekschrift is daarom een stuitingshandeling als bedoeld in artikel 3:317 lid 1 BW. Aangezien de inleidende dagvaarding op 9 juli 2012 is betekend – binnen twee jaar na 25 mei 2011 – is de vordering van [eisers gezamenlijk] niet verjaard.
Klachtplicht
4.2.
Het verweer van Kwekerij de Limieten dat [eisers gezamenlijk] niet heeft voldaan aan de op hem rustende klachtplicht ex artikel 6:89 BW faalt eveneens op grond van het voorgaande. Immers [eisers gezamenlijk] heeft vanaf 2009 meerdere malen geklaagd over de slecht aanslaande beplanting en heeft – naar zeggen van Kwekerij de Limieten zelf – op of korte tijd na ontdekking van het gestelde gebrek over de bodembewerking, en dus binnen bekwame tijd, daarover bij Kwekerij de Limieten geklaagd.
Verzuim
4.3.
Kwekerij de Limieten voert nog aan dat zij niet in de gelegenheid is gesteld om de door de deskundige geconstateerde gebreken te herstellen. Voor zover Kwekerij de Limieten zich hiermee bedoelt te beroepen op het ontbreken van verzuim aan haar kant, faalt dat beroep. Uit de onder 2.5 tot en met 2.10 weergegeven feiten en correspondentie blijkt dat Kwekerij de Limieten in de gelegenheid is gesteld om herstelwerkzaamheden uit te voeren, maar dat partijen het niet eens konden worden over wat de herstelwerkzaamheden dienden in te houden. [eisers gezamenlijk] stelt dat de voorstellen tot herstel van Kwekerij de Limieten slechts gericht waren op symptoombestrijding en niet op het oplossen van het gestelde gebrek, namelijk de gebrekkige grondbewerking. Dit is door Kwekerij de Limieten niet althans onvoldoende gemotiveerd betwist, nu Kwekerij de Limieten ook in de onderhavige procedure (nog steeds) betwist dat de grondbewerking gebrekkig is uitgevoerd. Uit deze (voortdurende) houding heeft [eisers gezamenlijk] mogen concluderen dat Kwekerij de Limieten niet bereid was om tot herstel van het door de deskundige geconstateerde gebrek over te gaan en dat aanmanen daartoe dan ook nutteloos zou zijn geweest. Ingevolge artikel 6:82 lid 2 BW heeft [eisers gezamenlijk] daarom mogen volstaan met de aansprakelijkstelling van 5 maart 2012 (zie 2.14). Kwekerij de Limieten is hierdoor in verzuim geraakt.
De rapporten van de deskundige
4.4.
Tussen partijen is in geschil of Kwekerij de Limieten toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de opdracht tot het aanleggen van de tuin en zo ja, wat de schade is die [eisers gezamenlijk] daardoor heeft geleden. Ter beantwoording van deze vragen heeft de door de rechtbank benoemde deskundige meerdere rapporten opgesteld.
4.4.1.
In het eerste deskundigenbericht (zie 2.13) heeft de deskundige geconcludeerd dat de oorzaak van de slechte staat van de tuin is te vinden in een combinatie van factoren: “(…) de grondwerkzaamheden (diepspitten, mengen van de grond) zijn niet overal goed en homogeen uitgevoerd, soms is de grond te nat en soms te droog, soms zijn de planten te diep geplant en is aan de bemesting van de gewassen onvoldoende aandacht besteed.”
Ten aanzien van de drainage heeft de deskundige geconcludeerd dat die “an sich wel (redelijk) goed is aangelegd, maar waarschijnlijk onvoldoende werkt voor de afwatering van de gehele tuin wegens te weinig bewerkte grond / te veel verdichte grond op verschillende plaatsen”. Verder heeft de deskundige geconcludeerd dat “niet kan worden uitgegaan van een totale verwaarlozing van de tuin door niet uitgevoerd onderhoud door [eiser 1] ”, maar dat “het onderhoud van de tuin vanaf einde 2008 door [eisers gezamenlijk] (wel) beter uitgevoerd had kunnen worden”. Ook heeft de deskundige “door de gehele tuin (…) aantastingen door de Taxuskever vastgesteld”.
4.4.2.
In het deskundigenrapport van 27 februari 2014 (hierna: het deskundigenrapport) – bevolen bij tussenvonnis van 15 mei 2013 – heeft de deskundige desgevraagd gedetailleerd uiteengezet welke werkzaamheden [eisers gezamenlijk] in 2012 had moeten doen uitvoeren om de in het deskundigenbericht genoemde gebreken deugdelijk te herstellen. Kort samengevat concludeert de deskundige dat op sommige plaatsen van de tuin grondverbetering en/of gronduitwisseling moest plaatsvinden en dat de slechte planten moesten worden vervangen. Voor de uitvoering van die herstelwerkzaamheden moest volgens de deskundige een gedeelte van de drainage tijdelijk worden verwijderd en teruggeplaatst en moesten de fruitbomen worden verwijderd en vervangen. Volgens de deskundige zijn de “gebreken […] toe te rekenen aan Kwekerij de Limieten, behoudens die gebreken die een gevolg zijn van onvoldoende onderhoud door [eisers gezamenlijk] ”. De schade aan de fruitbomen (scheefstand, gebroken boom) moeten volgens de deskundige daarom voor rekening blijven van [eisers gezamenlijk] en ten aanzien van de schade door de Taxuskever voert de deskundige “op de post m.b.t. de levering en verwerking van de Taxushaagplanten een reductie van 10% door”. De deskundige begroot de marktconforme kosten voor de noodzakelijk uit te voeren herstelwerkzaamheden vervolgens op € 122.050,00 en de kosten indien Kwekerij de Limieten het herstel in eigen beheer zou hebben uitgevoerd 40% lager, dus op € 72.230,00.
4.5.
In het aanvullend deskundigenrapport van 23 maart 2015 – bevolen bij tussenvonnis van 19 november 2014 – heeft de deskundige geconcludeerd dat op basis van de fotoreportage (zie 2.15) de grond slechter is gebleken dan hij deze ten tijde van het voorlopig deskundigenonderzoek in 2012 heeft beoordeeld. Hij heeft dit aan de hand van de foto’s toegelicht, welke toelichting – voor het grootste deel – erop neerkomt dat op de foto’s te zien is dat de grondsamenstelling zeer variabel is en daardoor een zeer slechte groeiplaats voor de beplanting. Volgens de deskundige heeft de slechtere toestand van de grond tot gevolg dat er meer werk en te vervangen materiaal nodig zal zijn voor het herstel en dat de drainage voor het uitvoeren van de herstelwerkzaamheden bijna geheel verwijderd en vervangen zal moeten worden. De daarmee gemoeide extra herstelkosten (marktconform) begroot de deskundige op € 8.750,00 voor het extra werk/materiaal en € 2.500,00 voor de drainage. Ten aanzien van de door Kwekerij de Limieten bij conclusie na deskundigenbericht overgelegde stukken oordeelt de deskundige dat “geen sprake [is] van een door De Limieten geleverde sluitende opstelling” en dat deze stukken niet leiden tot een andersluidende conclusie dan reeds in het deskundigenrapport is neergelegd.
Beoordeling kritiek op de deskundigenrapporten
4.6.
Kwekerij de Limieten heeft in haar laatste akte na het aanvullend deskundigenrapport de deskundigheid van de deskundige en de betrouwbaarheid van het aanvullend deskundigenbericht betwist. Zij beroept zich op een door haar overgelegde verklaring van 22 april 2015 van [naam 3] , werkzaam als commercieel manager in dienst van Spaansen Grondstoffen en Logistiek B.V. en als laborant. [naam 3] verklaart dat de conclusies van de deskundige ten aanzien van de zandleveranties ondeugdelijk zijn onderbouwd en dat de deskundige niet officieel erkende benamingen, namelijk “
stopzand”, hanteert. De rechtbank volgt Kwekerij de Limieten echter niet in haar betoog. De conclusies van de deskundige zijn naar het oordeel van de rechtbank uitvoerig en voldoende zorgvuldig onderbouwd en vloeien voort uit de door hem in de deskundigenrapporten vermelde gegevens. De enkele omstandigheid dat de deskundige wellicht niet officieel erkende benamingen heeft gehanteerd, doet niet af aan zijn conclusies en is op zichzelf ook onvoldoende om te concluderen dat de deskundige de benodigde deskundigheid op het gebied van bodemanalyse ontbeert.
4.7.
Naast het voorgaande heeft Kwekerij de Limieten in haar laatste akte na het aanvullend deskundigenrapport nog aangevoerd dat de deskundige in strijd heeft gehandeld met de behoorlijke procesgang, buiten zijn opdracht heeft gehandeld en blijk heeft gegeven van partijdigheid. Volgens Kwekerij de Limieten heeft de deskundige namelijk ten onrechte door Kwekerij de Limieten verstrekte stukken buiten beschouwing gelaten. Bovendien waren de bijlagen waarnaar de deskundige verwijst, niet toegevoegd aan het door Kwekerij de Limieten ontvangen aanvullend deskundigenrapport, zodat Kwekerij de Limieten verzoekt die alsnog te mogen ontvangen en daarop te mogen reageren. De rechtbank gaat aan deze bezwaren voorbij en overweegt daartoe als volgt.
Wat betreft het buiten beschouwing laten van een aantal door Kwekerij de Limieten aan de deskundige verstrekte stukken geldt het volgende. Kwekerij de Limieten heeft gelijktijdig met haar akte na het aanvullend deskundigenrapport als productie 23 stukken overgelegd betreffende de hoeveelheid aangeleverde zand/grond. De deskundige is vervolgens bij tussenvonnis gevraagd om in zijn aanvullend deskundigenbericht te beoordelen of deze stukken aanleiding geven om zijn eerdere conclusie over de grondsamenstelling te herzien. De deskundige heeft in zijn aanvullend deskundigenrapport uitvoerig aandacht besteed aan de door hem van Kwekerij de Limieten ontvangen stukken en onderbouwd geconcludeerd dat die volgens hem geen sluitende opstelling opleveren. Uit het aanvullend deskundigenrapport blijkt dat Kwekerij de Limieten na de totstandkoming van het conceptrapport nog (andere) stukken heeft overgelegd, die voor de deskundige compleet nieuw waren, zodat hij die buiten beschouwing heeft gelaten. De rechtbank is van oordeel dat dit de deskundige vrij stond. Het is de verantwoordelijkheid van Kwekerij de Limieten om de in het tussenvonnis benoemde stukken (overgelegd als productie 23) tijdig aan de deskundige te verstrekken, zodat die de stukken bij het opstellen van zijn conceptrapport kan betrekken. Voor zover dit niet is gebeurd, dient dit dus voor rekening van Kwekerij de Limieten te blijven. Daarbij geldt dat Kwekerij de Limieten niet nader heeft toegelicht hoe deze stukken de deskundige tot een ander inzicht had kunnen brengen. De omstandigheid dat hij ze buiten beschouwing heeft gelaten, is dan ook geen reden om niet van het deskundigenrapport uit te gaan. Kwekerij de Limieten voert verder aan dat zij bijlagen bij het deskundigenbericht niet heeft ontvangen. Het betreft – zo begrijpt de rechtbank – de door Kwekerij de Limieten zelf bij brief van 13 maart 2015 aan de deskundige verstrekte stukken. De inhoud hiervan is dan ook bij haar bekend, zodat ze hierop had kunnen reageren. Niet valt in te zien dat de Kwekerij de Limieten hierdoor in haar belangen is geschaad.
4.8.
De rechtbank stelt vast dat de conclusies van de deskundige op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen. Partijen zijn immers uitvoerig gehoord en partijen hebben ruimschoots de gelegenheid gehad – schriftelijk – te reageren op de conceptrapporten. Partijen hebben hier ook gebruik van gemaakt en de deskundige heeft de reacties van partijen in de definitieve rapporten uitvoerig behandeld. Voorts zijn de conclusies van de deskundige zorgvuldig onderbouwd en vloeien deze voort uit de door hem in de deskundigenrapporten vermelde gegevens.
4.9.
Kwekerij de Limieten betwist de conclusie van de deskundige dat de grondbewerking niet voldoende diep is uitgevoerd en zij beroept zich daartoe op de memo van Muntjewerff (zie 2.18). De conclusie van Muntjewerff zoals neergelegd in voornoemd memo bevestigd echter dat een goede bodemstructuur juist ontbrak. De memo luidt immers:

Wel ontbreekt een goede bodemstructuur en ook [is] het vochtgehalte ogenschijnlijk aan de hoge kant.(…)
De omvang/afmetingen van de grondverbeteringen ter plaatse van de haag en de bomen aan de voorzijde van de woning zijn vrij gering. Daardoor is er sprake van een scherpe overgang met de zandonderbouw. Gevolg hiervan is dat de wortels niet of nauwelijks in het zandpakket zijn doorgedrongen en daardoor de bewortelingsruimte minimaal is. De effecten hiervan zijn terug te vinden in de vitaliteit en ontwikkeling van de diverse bomen, hagen en struiken.(…)
De op 9 maart 2012 waargenomen bodemkundige en waterhuishoudkundige omstandigheden zijn derhalve niet (altijd) optimaal voor een snelle en goede aanslag en ontwikkeling van de bomen, hagen en struiken, vooral omdat er relatief groot plantmateriaal is toegepast.
De memo van Muntjewerff vormt dus geen aanleiding om af te wijken van de conclusie van de deskundige dat de grondbewerking onvoldoende diep en homogeen is uitgevoerd en dat dit de oorzaak is van de slechte staat van de beplanting.
4.10.
Ook de overige door partijen inhoudelijke bezwaren tegen de in de deskundigenrapporten geformuleerde conclusies vormen geen aanleiding om van die conclusies af te wijken. Uit de deskundigenrapporten blijkt dat de door partijen geuite bezwaren reeds door hen zijn geuit naar aanleiding van de concept-deskundigenrapporten, dat de deskundige zich hiervan rekenschap heeft gegeven en op de bezwaren in zijn definitieve deskundigenrapporten – naar het oordeel van de rechtbank – genoegzaam heeft gereageerd. Hieronder vallen onder meer de bezwaren van Kwekerij de Limieten dat slecht onderhoud de oorzaak is van de slechte staat van de beplanting en dat ten aanzien van de aantasting door de Taxuskever een korting moet worden doorgevoerd van 40% in plaats van 10% en de bezwaren van [eisers gezamenlijk] dat een winstmarge van 40% te hoog is en dat ten aanzien van de drainage de schade te laag is geschat. De bezwaren van partijen hebben de deskundige geen aanleiding gegeven zijn conclusie te herzien. Hetgeen de deskundige aan zijn conclusies ten grondslag heeft gelegd, komt de rechtbank overtuigend voor.
4.11.
De slotsom is dan ook dat de rechtbank de conclusies van de deskundige overneemt en deze tot de hare maakt. De rechtbank oordeelt dan ook dat Kwekerij de Limieten toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst van opdracht en aansprakelijk is voor de door [eisers gezamenlijk] daardoor geleden schade.
4.12.
Wat betreft de schade zal de rechtbank aansluiten bij de door de deskundige genoemde markconforme bedragen. Kwekerij de Limieten voert aan dat aangesloten moet worden bij de kosten die zij in eigen beheer zou hebben gemaakt, omdat haar na het deskundigenbericht geen gelegenheid is geboden om tot herstel over te gaan. Dit betoog strandt echter op hetgeen hiervoor onder 4.3 reeds is overwogen. De deskundige heeft de herstelkosten (zijnde de schade als gevolg van de toerekenbare tekortkoming in de nakoming) begroot op € 122.050,00 + € 8.750,00 + € 2.500,00 = € 133.300,00. Kwekerij de Limieten heeft nog aangevoerd dat de optelsom van de deskundige niet juist is en dat de in het deskundigenbericht begrote herstelkosten opgeteld € 120.260,00 in plaats van € 122.050,00 bedragen. In de opsomming van Kwekerij de Limieten mist echter het door de deskundige toegevoegde bedrag van € 1.800,00 ten aanzien van de taxushaagplanten, waardoor het door de deskundige genoemde (afgeronde) totaalbedrag van € 122.050,00 juist is. De rechtbank gaat verder voorbij aan de verlaging van € 8.040,00 die Kwekerij de Limieten betoogt omdat de Prunushaag buiten de initiële opdracht viel. Tussen partijen staat immers vast dat die Prunushaag wel in opdracht van [eisers gezamenlijk] door Kwekerij de Limieten is geplaatst.
4.13.
Partijen hebben opgemerkt dat in de deskundigenrapporten is gerekend met btw-percentages die inmiddels niet meer gelden. Nu de herstelwerkzaamheden echter in 2012 zijn uitgevoerd, is de schade geleden in dat jaar en is het btw-tarief van 2012 van toepassing, zoals gehanteerd door de deskundige.
4.14.
Kwekerij de Limieten zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Anders dan Kwekerij de Limieten ziet de rechtbank in de omstandigheid dat [eisers gezamenlijk] in eerste instantie een substantieel hoger bedrag vorderde, geen aanleiding om [eisers gezamenlijk] in de proceskosten te veroordelen. Evenmin ziet de rechtbank aanleiding af te wijken van het gebruikelijk liquidatietarief. De proceskosten zullen worden begroot aan de hand van het toegewezen bedrag. De nakosten worden ambtshalve toegewezen als hierna volgt. Dientengevolge worden de proceskosten aan de zijde van [eisers gezamenlijk] begroot op:
- dagvaarding € 99,56
- griffierecht € 1.436,00
- deskundigen € 6.763,00 ( € 4.888,00 + 1.875,00)
- salaris advocaat
€ 5.684,00 (4 punten x tarief € 1.421,00)
Totaal € 13.982,56

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Kwekerij de Limieten om aan [eisers gezamenlijk] te betalen een bedrag van € 133.300,00 (honderddrieëndertigduizend en driehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag met ingang van 6 augustus 2012 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Kwekerij de Limieten in de proceskosten, aan de zijde van [eisers gezamenlijk] tot op heden begroot op € 13.982,56, te vermeerderen met nasalaris begroot op een bedrag van € 131,00, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarde dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en Kwekerij de Limieten niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van Berkum, rechter, bijgestaan door mr. W.A. Bree, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2016.