Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 februari 2016 in de zaak tussen
de vennootschap onder firma De Haven van Texel V.O.F., te Amsterdam, eiseres,
Procesverloop
Namens eiseres zijn verschenen de gemachtigde en [naam 1] (vennoot van eiseres). Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na sluiting van het onderzoek heeft de rechtbank het onderzoek heropend om verweerder in de gelegenheid te stellen om zijn standpunt nader te onderbouwing. Partijen hebben vervolgens schriftelijk toestemming verleend om zonder een nadere zitting als bedoeld in artikel 8:57, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een uitspraak te doen. Het onderzoek is daarna gesloten.
Overwegingen
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de door eiseres gestelde samenhang tussen de exploitatie- en omgevingsvergunning, het op voorhand niet valt uit te sluiten dat het verkrijgen van een omgevingsvergunning van belang is bij een eventueel toekomstige (tweede) aanvraag voor een exploitatievergunning. Eiseres heeft dus naar het oordeel van de rechtbank procesbelang.
3ovan de Wabo en – afhankelijk van het antwoord op deze vraag – of verweerder het bestreden besluit terecht heeft voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure.
2ovan de Wabo worden vergund, zodat de reguliere, in plaats van de uitgebreide, voorbereidingsprocedure van toepassing is.
3ovan de Wabo. De steiger is volgens verweerder niet aan te merken als bouwwerk in de zin van artikel 4, aanhef en eerste lid onder 9, van bijlage II van het Bor. Dit omdat, zo stelt verweerder, onder bouwwerk in de zin van deze bepaling moet worden verstaan een bouwwerk
voor zover het betreft een gebouw, en de steiger geen gebouw is.
Dit betekent dat voor deze activiteit een omgevingsvergunning kan worden verleend met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder
2ovan de Wabo. Dit houdt in dat op de betreffende vergunningaanvraag de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is. De bepalingen inzake de reguliere voorbereidingsprocedure (paragraaf 3.2. van de Wabo) zijn dus van toepassing.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen twee weken na de dag van verzending van deze uitspraak de van rechtswege gegeven omgevingsvergunning bekend te maken;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 331,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 992,-.
mr. H. van der Schaft, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
18 februari 2016.