In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 22 november 2016 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Het college had op 2 juni 2016 een omgevingsvergunning verleend voor het planologisch afwijken van het bestemmingsplan, ten behoeve van de realisatie van een ondergrondse fietsparkeergarage met ruimte voor 3.500 fietsen op de locatie tussen de Prinses Irenestraat en het Zuidplein, ook wel bekend als de Vijfhoek. De eiseres, een vereniging uit Amsterdam, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, omdat zij vreest dat het besluit onvoldoende waarborgen biedt voor een zorgvuldige uitvoering en negatieve gevolgen heeft voor het woon- en leefklimaat in de buurt.
De rechtbank heeft het procesverloop en de argumenten van eiseres en verweerder zorgvuldig beoordeeld. De rechtbank concludeert dat het project niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en dat de verleende omgevingsvergunning is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Ruimtelijke onderbouwing voldoet aan de eisen en dat de zorgen van eiseres over de inrichting van het maaiveld, de gronddekking en de waterparagraaf niet opwegen tegen de argumenten van verweerder. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.