Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straftoemeting
9.De vordering van benadeelde partij [persoon 1]
10.Beslag
11.De vordering na voorwaardelijke veroordeling
12.Toepasselijke wettelijke voorschriftenDe op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
13.Beslissingen
[verdachte]daarvoor strafbaar.
een gevangenisstraf van 12 (twaalf) maandenen beveelt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering zal worden gebracht.
een gedeelte van 3 (drie) maanden niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast, en stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
meldplicht: veroordeelde moet zich melden bij GGZ Inforsa Reclassering, op het adres [adres, te plaats] , wanneer hij opgeroepen wordt voor een gesprek, en zich daarna gedurende door de reclassering bepaalde perioden blijven melden, zo frequent als de reclassering gedurende deze perioden nodig acht. Gedurende deze periode moet veroordeelde zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft. Dit betekent dat de toezichthouder veroordeelde opdrachten geeft die betrekking hebben op zijn handel en wandel, met als doel om hem te begeleiden en controleren bij de naleving van de bijzondere voorwaarden.
ambulante behandelverplichting: veroordeelde wordt verplicht om zich te laten behandelen voor zijn frustratietolerantie, persoonlijkheidsontwikkeling, middelengebruik en gokgedrag bij het FACT-team van Arkin of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
locatiegebod: veroordeelde wordt verplicht op vooraf vastgestelde tijdstippen aanwezig te zijn op het adres [adres, te plaats] of een ander door de reclassering aangewezen verblijfadres. Daarbij heeft hij op doordeweekse dagen een aaneengesloten blok van twaalf uur ter invulling van zijn dagbesteding. In de weekenden heeft veroordeelde vier uur per dag vrij te besteden. Wanneer veroordeelde op doordeweekse dagen geen dagbesteding heeft, heeft hij twee uur vrij te besteden. De precieze tijdstippen worden vooraf vastgesteld door de reclassering, in overleg met veroordeelde en afhankelijk van de dagbesteding. Het locatiegebod wordt gecontroleerd met een elektronisch controlemiddel. De elektronische controle zal worden ingezet voor een maximale duur van zes maanden.
een gevangenisstraf van 30 (dertig) dagen.