In deze zaak heeft Q-Park Operations Netherlands II B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde wegens het niet betalen van parkeerkosten, waarbij de gedaagde zich schuldig zou hebben gemaakt aan 'treintje rijden'. Dit houdt in dat de auto zonder te betalen de parkeergarage is uitgereden door kort achter een voorganger onder de slagboom door te rijden. Q-Park vorderde een boete van € 450,00, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De gedaagde heeft de vordering betwist en aangevoerd dat zij de auto had uitgeleend aan een vriend, die op dat moment op vakantie was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Q-Park niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de gedaagde de parkeerovereenkomsten is aangegaan. De bewijslast lag bij Q-Park, en zij is er niet in geslaagd aan te tonen dat de gedaagde de bestuurder van de auto was op de relevante data. De kantonrechter heeft de vordering van Q-Park afgewezen en Q-Park veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil zijn begroot. De uitspraak is gedaan op 13 oktober 2016 door mr. E. Pennink, kantonrechter, in de Rechtbank Amsterdam.